Duurzaamheid en klimaat. Het onderwerp staat inmiddels ook in de zorg hoog op beleidsagenda’s. Toch is het voor duurzame zorgprofessionals nog geregeld vechten tegen de bierkaai. Dat was in ieder geval de indruk die beklijfde tijdens het congres ‘Heel de zorg’. Er was elan in overvloed. En geestdrift en bevlogenheid. Maar minstens zo veelzeggend waren de talloze kafkaiaanse anekdotes van individuele voorvechters van duurzaamheid.
Het pionierswerk van deze duurzame professionals is door journalist Joost Bijlsma en oud-zorgbestuurder Cathy van Beek samen gebracht in het boek ‘Heel de zorg – routes naar duurzamer, gezonder en beter’. Zoals de subtitel al aangeeft, wil het boek een ‘reisgids’ voor duurzame zorg zijn die professionals de weg wijst bij het verduurzamen van hun organisatie.
Broeiende irritatie
Het is een even inspirerende als aanstekelijke publicatie die zonder jargon een helder conceptueel kader weet te paren aan mooie praktijkvoorbeelden. Dat gezegd hebbende; het naar het boek vernoemde congres in Utrecht maakte duidelijk dat er bij de duurzame zorgprofessionals onder de oppervlakte de nodige onvrede broeit. Die wordt gevoed door knellende regeltjes, trage ambtelijke molens, perverse financiële prikkels en onwillige collega’s, om maar een paar hindernissen te noemen.
Nicole Hunfeld, ziekenhuisapotheker Intensive Care Erasmus MC, stelde in Utrecht ‘met pijn in het hart’ vast dat de zorg als de nood aan de man is al snel weer terugvalt in bekende, maar vervuilende routines. Tijdens de coronapiek produceerde de IC va het Erasmus dagelijkse negen kilo afval per patiënt, bestaande uit onder meer 108 handschoenen, 57 jassen, 34 infuuszakken en 24 spuiten.
Broeikaseffect
Niek Sperna Weiland, anesthesioloog, Green Team OK Amsterdam UMC, gaf uiting aan zijn ‘broeiende irritatie over onze weinig duurzame werkwijze’ “Anesthesie-gassen zijne tot op de noordpool aantoonbaar”, aldus Sperna Weiland. “Ze hebben een broeikaseffect dat 400 tot 7.000 keer sterker is dan dat van CO2.”
“En dan is er nog het energieverbruik van het ziekenhuis. Leken denken daarbij misschien aan licht en apparatuur, maar het is vooral het luchtbehandelingssysteem dat energie slurpt. En dat jaarrond 24 uur per dag zeven dagen in de week.”
Sperna Weiland toonde op het congres nog een duurzame oplossing om de hoeveelheid afval op de OK te verkleinen: hij presenteerde zijn herbruikbare OK-muts (foto).
Niet meewerken
Wat is er uit duurzaamheidsoogpunt eenvoudiger dan zulke systemen buiten gebruiksuren een tandje lager te zetten? “De richtlijnen voor infectiepreventie maken duurzame luchtbehandeling moeilijk”, aldus Sperna Weiland.
“Microbiologen en infectiologen werken totaal niet mee”, hield Jeroen Meijerink, hoogleraar Radboud Instituut voor Gezondheidswetenschappen en trekker van het project ‘Groene OK’, de bezoekers van Heel de Zorg voor. “Zij willen dat de infectiekans altijd nul is. Ook met ontsmettingsmiddelen mag geen enkel risico genomen worden. “Een flesje Betadine moesten we na opening elke dag weggooien.”
Onzinnige regels
Als de infectiologen al niet beginnen te sputteren over duurzame suggesties, dan zijn het de orthopeden die coûte que coûte her-operaties willen voorkomen. En als het de orthopeden niet zijn, dan heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg wel bezwaren. Of anders de fabrikant die geen verantwoordelijkheid wil dragen voor systemen die niet stipt volgens het boekje worden gebruikt. Meijerink: “Er gebeuren veel onzinnige dingen op basis van gepercipieerde regels.”
Onvoldoende communiceren
Daar kon bouwdirecteur Stephan Versteege van Tergooi over meepraten. Hij nam deel aan de ING-sessie Transitie naar duurzaam vastgoed.
Om de noodzakelijke parkeergarage een duurzaam tintje te geven, komen er zonnepanelen op het dak van het nieuwe ziekenhuis, vertelt hij. “Aanvankelijk was daar geen geld voor, omdat de energieprijzen te laag waren, maar met de huidige prijsexplosie kan de businesscase in één keer wel uit.”
Aan zulke overwegingen heeft de plaatselijke welstandscommissie geen boodschap. “De constructie van de panelen communiceert onvoldoende met de gevel”, vatte Versteegen het bezwaar samen. “Maar de enige die de zonnepanelen zullen zien , zijn de meeuwen.”
Bij zulke vormen van ambtelijke tegenwerking is een ‘duurzaamheidsdip’ onvermijdelijk, bekende Versteege. Gelukkig biedt de verambtelijkte werkwijze in de Nederlandse zorg soms ook de mogelijkheid van een meevallertje. Aan het BREAAM-duurzaamheidscertificaat voor het nieuwe gebouw bleek een prijskaartje van 80 mille te hangen. “Zonder oorkonde zijn we net zo duurzaam. Dus dat was de beste duurzame besparing.”
Meer meters, meer groenkorting
Ook met zulke douceurtjes blijft het voor Tergooi schrapen om de duurzame ambities waar te maken. Voor groene extra’s zoals een daktuin en een groene patio wordt naar sponsoring gezocht. Van de bank komt het ondanks een ‘groen’ rentetarief in ieder geval niet. Met het oog op verplaatsing van zorg naar thuis bouwt Tergooi klein en compact. Dat strookt niet helemaal met het businessmodel van de bank: “Hoe meer meters je bouwt, hoe meer groenkorting je krijgt.” Groenbankier Stef Bais van ING erkent dat het bouwoppervlak doortelt in de financiering, maar wil benadrukken dat het duurzaamheidsgehalte toch de belangrijkste factor is.
Weggooien of heruitgeven
Als er iemand is die weet hoe groot de afstand tussen een goed idee en werkelijkheid kan zijn, dan is het Anja Vissers, apothekersassistente Apotheek Maasdorpen. Moe als ze was van het dagelijks weggooien van hele zakken ongebruikte medicijnen, bedacht ze een een systeem voor heruitgifte. Daarmee reeg ze prijzen aaneen. In 2011 werd haar plan gelauwerd als Beste Zorgidee van Nederland, twee jaar later ontving ze de Herman Wijffels Prijs. Ook werd haar idee omarmd door toenmalig minister Schippers, waarna jaren van wetenschappelijk onderzoek volgden. Ondanks de positieve uitkomsten, ligt de Inspectie nog altijd dwars, zelfs als de medicijnen naar crisisgebieden als Suriname, Sierra Leone of Oekraïne gaan.
“De doe-kracht zit niet bij de overheid”, luidde de enigszins eufemistische conclusie van hoogleraar Cornelis Boersma, die ‘Heel de zorg’ mocht afsluiten. “We hebben een coalitie van doeners nodig, mensen die gewoon beginnen en de hordes nemen wanneer ze die tegenkomen.”
Van individu naar beweging
“We hebben rebellen nodig, mensen nodig die het anders doen”, vond ook Heel de zorg-auteur Joost Bijlsma. “Het begint bij het individu. Denk niet: wat heeft het voor zin om koffiekopjes en petflesjes te scheiden. Iedereen kan een beweging beginnen.”
Tezelfdertijd toonde Bijlsma zich realistisch over het doorzettingsvermogen dat van duurzaamheidsrebellen wordt gevergd. “We putten in de zorgsector niet alleen de aarde uit, maar ook mensen. Met een ziekteverzuim van 7 procent is de zorg de ongezondste sector om in te werken. De sector gaat over het gezond maken van mensen, terwijl de werknemers het ongezondst zijn van allemaal. Een belangrijke oorzaak is het gebrek aan autonomie. Er is te weinig ruimte om zelf het werk in te vullen. Als je te veel op fabrieksmatig werken en productie zit, gaan mensen dingen doen die ze niet zouden moeten doen.” En overbodig werk is volgens Bijlsma niet alleen ongezond, maar ook precies het tegenovergestelde van duurzaam.
Het boek ‘Heel de zorg – Routes naar duurzamer, gezonder en beter’ van Joost Bijlsma en Cathy van Beek dat de leidraad vormde voor het gelijknamige congres is verkrijgbaar via Magma Publicaties.