‘Omzorgen’. Onder dit motto brachten collega’s en oud-collega’s op 12 april een eerbetoon aan de eind vorig jaar overleden ziekenhuisbestuurder Erik Booden.
Het motto is een combinatie van ‘omvormen’ en ‘zorgen’. Wie ‘omzorgen’ zegt, zegt: innovatie, digitale transformatie en samenwerking. Niet toevallig allemaal thema’s waar de oud-topman van het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer zich hard voor maakte.
Met de groeiende druk op het zorgstelsel is ‘omzorgen’ hard nodig. Zo althans de unanieme mening van de gastsprekers op het symposium ter nagedachtenis aan Booden. “De capaciteitsproblemen zijn gigantisch”, hield intensivist Diederik Gommers zijn gehoor in een volle schouwburg in Zoetermeer voor. “We weten en we zien het allemaal. Maar er komt geen geld bij, dus het moet van ons zelf komen. Het moet écht anders.”
‘Anders’ betekent in Gommers’ optiek vooral ‘digitaler’. “We verzamelen op de IC per patiënt 130.000 datapunten per dag. Waarom doen we daar niks mee?”
Hoe belangrijk data is, is volgens Gommers nog eens onderstreept door de covid-epidemie. “We hadden in het Erasmus MC honderd IC-bedden, maar we waren het overzicht kwijt. Verpleegkundigen kregen stress, omdat ze niet in control waren. Vanwege dat gebrek aan overzicht gingen ze soms huilend naar huis. Om dat voor te zijn, heb je gewoon data nodig.”
Artificiële intelligentie
Een onmisbare bouwsteen van de ‘Intensive Care 2.0’ is wat Gommers betreft artificiële intelligentie. “Hoe gaaf zou het zijn als we voorspellende modellen kunnen implementeren op de werkvloer? Dan hoeft een verpleegkundige zich geen zorg te maken over patiënt A als hij of zij met patiënt B bezig is. Zo krijg je rust op de IC.”
Ook kan digitale informatie het logistieke proces bespoedigen. “In het ziekenhuis is het vaak nog steeds zo dat de dokter ’s ochtends visites loopt en dan constateert dat een patiënt naar huis kan. Vaak wordt er dan pas thuiszorg en zuurstof geregeld. Als de verpleegkundige met spoed ergens anders aan het werk moet, wordt het hele ontslag vertraagd. Wat zou het mooi zijn als je dat vanuit een digitale commandopost snel en tijdig kunt regelen.”
Hoe het wél kan laat Mercy Hospital zien. De Amerikaanse ziekenhuis keten heeft wereldwijd furore gemaakt met een compleet ‘virtual care center’. “Al die systemen zijn er gewoon”, aldus Gommers. “Waarom duurt het zo lang voor wij ze implementeren?”
Monitoring op afstand
Innovatiestrateeg Lucien Engelen ging nog een stap verder in zijn kritiek op het trage innovatie-tempo in de zorg. Wat Engelen betreft is de sector in zekere zin al ingehaald door de nieuwe technologische werkelijkheid. “De zorg is een software-aangelegenheid geworden”, aldus Engelen.
“Binnen nu en een paar jaar heeft de hele wereld dekkend internet. Denkt u eens in wat dat voor de zorg betekent. De ontwikkeling van monitoring op afstand gaat ongelooflijk snel. De smartphone kan ECG doen, heeft een saturatiemeter en krijgt binnenkort zelfs een glucosemeter. De patiënt heeft meer gezondheidsdata op zijn telefoon staan dan wij in de zorg in al die dure systemen. Apple heeft nu zelfs een elektronisch patiëntendossier in de smartphone ingebouwd. De gebruiker kan zo uitslagen binnenhalen en zelf bepalen met wie hij of zij deelt.”
De zorg doet er goed zich deze nieuwe realiteit snel eigen te maken. “Als we zo doorgaan als nu, gaat de zorg in 2030 imploderen. Vele partijen praten over de zorg. Als je niet meepraat, betekent het dat je op het menu staat. Laten we voorkomen dat de zorg de nieuwe reis- of taxibranche wordt.”
Verduurzamen
Ook Cathy van Beek, die net als Engelen met Booden samenwerkte in Radboudumc, onderstreepte in haar presentatie de noodzaak van een omslag in de zorg. Maar voor Van Beek staat ‘omzorgen’ niet zozeer gelijk aan digitaliseren als wel aan verduurzamen. “Zeven procent van de CO2-voetafdruk komt van de zorg”, aldus Van Beek. “We moeten dus enorm aan de slag.”
Dat duurzaam automatisch ook duur is, berust volgens Van Beek op een misverstand. Vanzelfsprekend vraagt verduurzaming om extra mensen en middelen. Maar deze inspanningen leveren ook besparingen op. “Door bijvoorbeeld apparatuur langer te gebruiken of te hergebruiken, kun je enorm besparen. Maar je moet de businesscase wel op instellingsniveau bekijken.”
Gemeenschappelijke maatschappelijke doelstelling
Ook bestuursvoorzitter Mark Van Houdenhoven van de Maartenskliniek pleitte er voor om bij ‘omzorgen’ het bredere perspectief in het oog te houden. “Vaak gaat innoveren over nieuwe technieken en apps, maar dingen moeten wel ergens in de praktijk landen.”
Een lichtend voorbeeld in dit verband is volgens Van Houdenhoven de Indiase arts Govindappa Venkataswamy, die de strijd aanbond met blindheid. “Hij zei niet: ik ga het grootste of nieuwste oogziekenhuis bouwen, maar ik ga blindheid India uit helpen.”
Een halve eeuw later heeft hij met dit voornemen honderdduizenden Indiërs voor blindheid behoed en en passant ’s werelds grootste netwerk voor oogzorg gerealiseerd. De les die Van Houdenhoven hieruit destilleert: innovatie beklijft als ze verbonden is met een gemeenschappelijke maatschappelijke doelstelling.
Herschikking kinderhartchirurgie
Een dergelijke doelstelling mag in de ogen van Van Houdenhoven een noodzakelijke voorwaarde zijn, het is zeker geen voldoende voorwaarde. Om zijn punt te maken, verwees Van Houdenhoven naar de moeizame discussie over de herschikking van de kinderhartchirurgie. “Als je een gezamenlijk doel hebt dat een organisatie kan schaden, dan is het moeilijk om een stap te zetten. LUMC vragen om kinderhartchirurgie af te stoten, dat is als het amputeren van een been.”
Andere rol ziekenhuis
Ook Booden zag zich als bestuurder van het LangeLand Ziekenhuis voor moeilijke keuzes gesteld. Het ziekenhuis verkeerde al jaren in de gevarenzone. Niet alleen presteerde het LangeLand financieel ondermaats en had het te maken met een sterk veranderende zorgvraag, als kleinste partner raakte het ziekenhuis ook betrokken bij een roerig fusie- en defusieproces.
In reactie op dit alles formuleerde Booden samen met collega’s uit de care en eerstelijnszorg de toekomstvisie ‘Zoetermeer 2025’. “Voordat ik Erik leerde kennen was mijn beeld van het ziekenhuis dat van een kasteel”, bekende Fundis-bestuursvoorzitter en medeopsteller Jeroen van den Oever.
“De kasteelheer heeft vooral oog voor wat er in omliggende kastelen gebeurt en maar weinig aandacht voor het dorp bij het kasteel. Liefst woont hij ook in een groter kasteel. Erik bedacht met ons dat het ziekenhuis een heel andere rol kan hebben dan alleen maar een centrum voor specialistische zorg.”
Het datagedreven, multidisciplinaire netwerk waarin ziekenhuis, eerste lijn, care en welzijn dicht bij de burger staan, krijgt volgens Van den Oever met de oprichting van de Vereniging Gezondheidsregio Zoetermeer steeds duidelijker vorm.
Bestuurlijk testament
Meer dan als een bestuurlijk testament is ‘Zoetermeer 2025’ op te vatten als een praktische gids voor ‘omzorgen’. “Ook al was een onderwerp niet in de strategie opgenomen, Erik wist altijd de waarom-vraag te stellen”, aldus Van Beek. “Zijn methode was: experimenteer en onderzoek.”
Daarbij wist Booden anderen met zijn kennis en empathisch leiderschap vaak voor zich te winnen. In die geest willen betrokkenen een blijvend omzorg-netwerk realiseren. Gommers: “Laten we met elkaar afspreken deze ontmoeting ieder jaar te herhalen. Omzorgen gaan we gewoon doen!”