Jaap Bonjer windt er geen doekjes om. “Het medisch onderwijs kan op deze voet niet verder. Verandert er niets, dan zie ik de toekomst van de zorg somber in.” Met het consortium DUTCH (Digital United Training Centres for Healthcare) maakt hij zich sterk voor een transformatie naar simulatie-onderwijs.
De perioperatieve zorg schreeuwt om extra personeel en die krapte zal alleen maar toenemen. Jaap Bonjer weet waar de schoen wringt. “We leiden onze zorgprofessionals op in de dagelijkse zorgpraktijk. Zo leert een operatieassistent het vak op de OK. Nu we door een tekort aan personeel minder operaties uitvoeren, kunnen we dus ook minder operatieassistenten opleiden. Terwijl we er juist méér nodig hebben.”
Bonjer verwijst naar cijfers van het Capaciteitsorgaan. Die laten zien dat er landelijk 300 operatieassistenten worden opgeleid, waar dat er 700 zouden moeten zijn.
Tien blindedarmoperaties
De zorgpraktijk is een weinig efficiënte leeromgeving met een zeer beperkte capaciteit, stelt Bonjer. Hij is, naast voormalig DUTCH-voorzitter, ook afdelingshoofd Heelkunde aan het Amsterdam UMC en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.
“Stel: ik wil jou opleiden tot chirurg en leren hoe je een blinde darm verwijdert. Dan kun je het beste op één dag tien blindedarmoperaties uitvoeren. Door handelingen te herhalen, leer je immers het meest. Maar daarvoor moeten er die dag wel tien patiënten met een ontstoken blinde darm naar het ziekenhuis komen. Dat gebeurt niet.”
Eindeloos wachten
Als zich eindelijk, misschien pas na een week, een paar patiënten met een blindedarmontsteking aandienen, kan de chirurg-in-opleiding nog niet altijd efficiënt oefenen. “Studenten zitten vaak eindeloos te wachten tot patiënten naar de OK worden gebracht. Allemaal verloren tijd!”, zegt Bonjer. “Zo duurt het heel lang voor ze genoeg ervaring hebben opgedaan met een blindedarmoperatie. En dan moet een chirurg-in-opleiding natuurlijk ook nog andere operaties leren uitvoeren.”
Meester-gezelmodel
De student is dus volledig afhankelijk van het ziektebeeld van de patiënten die op een bepaald moment naar het ziekenhuis komen. “Dat principe werkt niet meer”, aldus Bonjer. “Het meester-gezelmodel moet daarom op de schop. Als we blijven opleiden zoals nu, zie ik de toekomst buitengewoon somber in. Ik maak me zorgen om de vele patiënten op de wachtlijsten van Nederlandse ziekenhuizen. Alleen al in het Amsterdam UMC zijn dat er 7.000, onder wie 1.500 kinderen. Met het huidige aantal zorgprofessionals dat we opleiden, kunnen we al die mensen niet helpen. De wachtlijsten worden alleen maar langer.”
Bestaande infrastructuur gebruiken
De uitdaging is om met minder mensen méér zorgprofessionals efficiënter op te leiden. Dat kan volgens Bonjer met trainingscentra die zoveel mogelijk gebruikmaken van gaming environments voor de operatie- of katheterisatiekamer. Hij denkt dat DUTCH al binnen twee jaar de eerste stappen in die richting kan zetten. “Dat is haalbaar als we slim gebruikmaken van de bestaande infrastructuur van trainingscentra, opleidingsacademies en leegstaande operatiekamers. Wel moeten op korte termijn digitale leermiddelen worden ontwikkeld.”
Opleiden in multidisciplinaire teams
In de nieuwe trainingscentra worden zorgmedewerkers zoveel mogelijk opgeleid in multidisciplinaire teams. Bonjer verbaast zich over het feit dat dat tot op heden nog niet gebeurt. “We leiden zorgprofessionals nu op in aparte silo’s. Zijn ze klaar met hun opleiding, dan moeten ze zelf maar uitzoeken hoe ze het beste kunnen samenwerken. Als we zorgmedewerkers vanaf de start voorbereiden op hun rol in een team, maakt dat de zorg beter.”
Na- en bijscholen
Een leven lang leren wordt belangrijker dan ooit, omdat zorgmedewerkers veilig moeten leren omgaan met steeds nieuwe apparatuur. Bonjer: “In de toekomstige opleidingscentra kunnen zorgmedewerkers zich, veel gemakkelijker dan nu, laten bij- en nascholen via digitale leerblokjes op een moment dat hen schikt. Digitale opleidingsmodules maken het ook eenvoudiger om over te stappen van de ene job naar de andere.”
Simulatie-opleidingen
“We moeten vaart maken met de simulatie-opleidingen”, vindt Bonjer. “Maar voor ze van start kunnen gaan, moeten we nog een paar obstakels overwinnen. Allereerst zijn er de kosten. Die kunnen de academische centra en UMC’s met hun huidige, nauw passende budgetten niet dragen. DUTCH dient daarom komend voorjaar een voorstel in bij het Nationaal Groeifonds. Daarnaast kijken we naar andere Europese en internationale subsidiemogelijkheden.”
Veilige zorg
Maar er wacht een nog grotere uitdaging dan de financiële: “We moeten alle betrokkenen op één lijn zien te krijgen. De meeste relevante partijen hebben zich bij DUTCH aangesloten. Er is enthousiasme en passie. Maar voor we de transformatie kunnen doorvoeren, moeten alle opleiders, organisatoren en coördinatoren overtuigd zijn van de noodzaak van deze radicale stap.”
“Sommigen betwijfelen of zo’n simulatie-opleiding wel tot veilige zorg leidt. Ik verwijs graag naar de luchtvaart en tandheelkunde. Die sectoren maken al veel gebruik van simulatiemodellen en met goede resultaten. Ik hoop dan ook dat iedereen technologie gaat omarmen. Die kan de zorg beter en betaalbaarder maken.”
DUTCH tijdens de Dutch Health Week
Tijdens de Dutch Health Week van 14 tot en met 17 juni 2022 is DUTCH van de partij. Op het event geeft het consortium zijn visie op opleiden. Ook laat DUTCH voorbeelden van innovatieve technologie zien die bezoekers zelf kunnen testen.