Als haar opvattingen als bestuurder van tanteLouise maatgevend zijn, dan gaat de nieuwe minister van Langdurige Zorg Conny Helder de sector een flinke slinger geven. “Ik heb haast als bestuurder”, aldus Helder dit najaar. “De zorgvraag gaat verdubbelen, het aanbod van personeel gaat sterk verminderen. Als we niets doen, lopen we met elkaar tegen een muur aan in de komende jaren.”
“We moeten samen sneller”, zo verduidelijkte Conny Helder vorig jaar in de podcast FWG Peptalks haar ideeën over de veranderingsbereidheid in de Nederlandse zorg. “Mensen denken veel na over dezelfde dingen, maar hebben onderling te weinig contact. Zorgaanbieders hebben niet meer de tijd om allemaal hun eigen weg te vinden.”
Lange strijd
Helders woorden krijgen extra reliëf nu ze op 10 januari beëdigd wordt als de nieuwe minister van Langdurige Zorg en Sport. Wil de Nederlandse zorg op een weloverwogen manier de grote uitdagingen het hoofd bieden, dan resten in de ogen van de kersverse VVD-bewindsvrouw nog een jaar of vijf. “Het kan niet in één kabinetsperiode. Dat is een strijd die langer gaat duren en dus goed gevoerd moet worden.”
Deltaplan
Met het oog hier op pleitte Helder bij de formatiegesprekken -toen nog als vertegenwoordiger van branchevereniging ActiZ- voor “een deltaplan voor de ouderenzorg”. Niet alleen zou hierin aandacht moeten zijn voor het arbeidsmarktprobleem, ActiZ poogde ook onderwerpen als wonen, innovatie en digitalisering hoog op de beleidsmatige prioriteitenlijst te krijgen.
Active ageing
“We zitten met veel verouderde verpleeghuizen”, stipte Conny Helder een ander hoofdpijndossier aan. “We zouden veel moeten bijbouwen, maar de vraag is of we dat moeten doen.” Zelf ziet Helder veel in de inzet van nieuwe technologie om ouderen zo lang mogelijk actief en zelfstandig te houden. Active ageing heet dit uitgangspunt bij tanteLouise, de Brabantse zorgaanbieder waar Helder tot voor kort bestuursvoorzitter was.
Zorgvraag afremmen
“Eigen regie in de vorm van zelf kunnen aankleden of koffie zetten, niet meteen als een klein kind gecorrigeerd worden, is een wereld van verschil met het wonen achter een cijferslot op een gesloten afdeling”, aldus Helder. “We veroordelen ouderen vaak tot de bingotafel. Met active ageing proberen we mensen met dementie uit te dagen om eigen leven te leiden. Die aanpak verplaatst tanteLouise nu naar de thuissituatie met apps en een smartwatch. Dit soort innovaties kunnen de zorgvraag significant afremmen of zelfs voorkomen.”
Duidelijke aansturing
Een hardnekkige hindernis voor bredere toepassing van digitale innovatie is gegevensuitwisseling. “We moeten uit het probleem van data-uitwisseling komen”, aldus Helder. “Dat betekent een duidelijke aansturing vanuit VWS.” Of dit ook verplichte gebruiksspecificaties of standaarden betekent? “Dat zou wel een goede oplossing zijn.”
Cultuurverandering
Naast technische problemen ziet Helder ook andere obstakels voor zorgvernieuwing. “We moeten in Nederland praten over hoe we naar de zorg kijken. Burgers kijken nog gemakkelijk naar de zorg en de regering om voor hen te zorgen. Als er een probleem is, moet iemand het oplossen. Eén ding: mensen moeten meer zelf gaan nadenken en verantwoordelijkheid pakken. Zo’n cultuur- en mentaliteitsverandering kost tijd, maar als we het niet bespreekbaar maken, gaan we er zeker niet komen.”
Niet opschieten
Misschien wordt dit gesprek wel Helders grootste uitdaging als minister. Gevraagd naar wat haar als bestuurder energie kost, antwoordt Helder in de FWG Peptalks: “Als dingen niet opschieten. Wanneer ik dingen voor ogen heb, vind ik het moeilijk als mensen niet het grotere plaatje zien en de wil lijkt te ontbreken om samen te verbeteren.” Waar Helder aan toevoegt dat ze in het algemeen beslist niet pessimistisch is en vaak juist geïnspireerd raakt door de energie, het enthousiasme en de ideeën van mensen in de zorg.