Zorgprestatiemodel: drie handige tools

Zorgprestatiemodel
Maaike Zweers
Maaike Zweers
09 december 2021
4 min

Op 1 januari 2022 treedt  treedt in de GGZ en forensische zorg het zorgprestatiemodel in werking. De behandelaren krijgen met de invoering minder administratieve lasten. Het risico bestaat dat ze er veel stress en onduidelijkheid voor terug krijgen. De Taskforce Forensische Zorg ontwikkelde drie slimme, vrij beschikbare tools die houvast kunnen bieden.

Een behandelaar heeft nu door de minutenregistratie goed zicht op zijn of haar agenda. Het is precies duidelijk of die goed genoeg gevuld is met directe behandeltijd en zogenoemde indirecte tijd voor bijvoorbeeld verslaglegging.

Na 1 januari staat er alleen nog maar directe tijd in de agenda. Voor de indirecte tijd wordt een vaste opslag berekend die niet zichtbaar is in de agenda. Een behandelaar ziet dus niet meer of hij wel genoeg doet. En dat zien ook de overige leden van het behandelteam en de leidinggevende niet meer.

De indirecte tijd is bovendien gebaseerd op gemiddelden. Voor een bepaald consult berekent het zorgprestatiemodel dus een vaste vergoeding voor de verslaglegging. Maar de gemiddelde behandelaar bestaat niet. De ene zal prima uitkomen met de tijd die ervoor staat, de andere zal structureel tijd tekort gaan komen.

Onzekerheid en werkstress

Petra de Leede van P5COM onderzocht in opdracht van de Taskforce Forensische Zorg hoe het zorgprestatiemodel het dagelijks werk van behandelaren in de ggz en forensische zorg gaat beïnvloeden. Ze ziet om zich heen dat veel organisaties de IT wel op orde hebben. Ze realiseren zich volgens haar niet voldoende wat de gevolgen voor de behandelaars zijn.

De Leede: “Bestuurders en teamleiders realiseren zich niet dat hun behandelaren kunnen gaan zwemmen. Ze weten niet waar ze aan toe zijn. Het risico bestaat dat ze te veel of juist te weinig gaan plannen. Dat geeft veel onzekerheid en werkstress in een tijd waarin het tekort aan behandelaren al groot is.

De onduidelijkheid kan grote gevolgen hebben voor behandelteams. Als per behandelaar niet duidelijk is hoe de agendavulling moet zijn, ontstaat het gevaar dat het evenwicht in het team verdwijnt.

Gaten in de agenda

Malgosia van Hoepen is klinisch psycholoog in opleiding bij Fivoor. Ze was projectleider tijdens het experiment Regelarm Overige Forensische Zorg. Deze pilot was een voorbereiding op het zorgprestatiemodel. Van Hoepen noemt het zorgprestatiemodel in de basis goed, maar er is volgens haar nog veel te veel onduidelijk.

Ze voorspelt daardoor de nodige chaos na 1 januari. “Behandelaren moeten echt anders gaan werken. Ik denk dat ze zenuwachtig zullen worden van de gaten in hun agenda. Het gevaar is dat ze creatief gaan boekhouden om te laten zien dat ze ondanks die gaten hard aan het werk zijn. En dat ze gesprekken die niet behandel-inhoudelijk zijn toch als behandeling in de agenda gaan zetten, zodat ze een vergoeding voor de indirecte tijd krijgen.”

Terug naar de schoolbanken

Ook zij ziet dat organisaties vooral  aan de achterkant hard bezig zijn om het zorgprestatiemodel te introduceren. En dat ze behandelaren daar te weinig in meenemen. “In mijn omgeving zie ik dat die in hun eigen tijd dan maar een elearning gaan doen. En dat ze daarna met veel vragen blijven zitten. Eigenlijk moeten alle behandelaren fysiek terug naar de schoolbanken om opnieuw te leren rapporteren.”

Niet wegpoetsen

Van Hoepen is ervan overtuigd dat het zorgprestatiemodel nog niet perfect is. “Er zitten nog voldoende haken en ogen aan, ook op de korte termijn. Het is belangrijk dat behandelaren die niet gaan wegpoetsen. Met het hele veld moeten we gaan werken aan het vervolmaken van het model.”

Handige tools

Om de behandelaren duidelijkheid te geven en de  teamleiders handvatten voor het gesprek, heeft de Taskforce Forensische Zorg twee tools ontwikkeld. De eerste is de behandelarenkaart. Daarop vult een behandelaar in hoeveel gesprekken hij gepland of gevoerd heeft. De tool berekent dan welke indirecte tijd erbij komt. De behandelaar kan zo net als voorheen zien hoe de agendavulling is.

De tweede tool, de teamkaart, is voor de teamleider. Die kan daarin de gegevens van de verschillende behandelarenkaarten verzamelen. Daarmee wordt duidelijk hoe het team presteert en hoe de agenda’s van de individuele behandelaren zich tot elkaar verhouden.

De Leede: “Dat moet de basis zijn van het gesprek met de behandelaren. Ze moeten er niet op afgerekend worden. Iemand die structureel niet uitkomt met de indirecte tijd, heeft wellicht hulp nodig. En iemand die iedere middag om vier uur klaar is, kan er wellicht een patiënt van de wachtlijst bij nemen.”

Er is een derde tool ontwikkeld voor de RVE-verantwoordelijke van de klinische afdeling. Met de rekentool intramuraal kan die precies zien hoeveel vaktherapie en dagbesteding ingezet kunnen worden vanuit het zorgprestatiemodel. Want ook daar gaat het nodige veranderen.

Winst van zorgprestatiemodel

De Leede  ziet zeker de winst van het zorgprestatiemodel.  De Leede: “Het zou geweldig zijn als de administratieve lasten echt omlaag gaan. Uit onderzoek van de Taskforce Forensische Zorg is gebleken dat het een half uur per behandelaar per week kan gaan schelen. Het zou geweldig zijn als die tijd echt aan de cliënten besteed kan gaan worden.”

De tools zijn gratis te downloaden via de site van de Taskforce Forensische zorg. Daar is ook een whitepaper te vinden met meer informatie, tips en interviews. 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen