TechLeap-voorman Van Oranje-Nassau roept op tot zorgakkoord

TechLeap-voorman Van Oranje-Nassau roept op tot zorgakkoord
Philip van de Poel
Philip van de Poel
03 november 2021
4 min

Om zorginnovatie een impuls te geven en de adaptatie van nieuwe technologie te versnellen, is een gemeenschappelijke stip op de horizon nodig. “Waarom naar het voorbeeld van het klimaatakkoord geen zorgakkoord?”, oppert TechLeap-voorman Constantijn van Oranje-Nassau tijdens Zorg & ICT. Zijn voorstel krijgt bijval van Josefien Kursten, directeur Regulering bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), en Marit Tanke, directeur Strategie en Innovatie bij Coöperatie VGZ.

Als het om digitale technologie gaat, kent de zorgsector volgens Van Oranje-Nassau een enorme potentie, maar deze innovaties komen maar mondjesmaat tot wasdom. “Er is geen markt waar zoveel venture capital naar toe gaat en waar zoveel startups zijn als in de health- en life sciences. Er is een enorme motor van innovatie, maar je ziet ook dat startups veel minder doorgroeien dan in andere sectoren. Ergens gaat er dus iets mis.

Remmen

“De remmen zitten in het systeem zelf”, denkt Van Oranje-Nassau die sprak in zijn rol als ambassadeur van startup platform TechLeap. “Denk aan de manier waarop zorg wordt aanbesteed en aan het ontbreken van centrale afspraken rond data-infrastructuur. Daarnaast zijn start ups sterk verankerd in de academische cultuur. Het ontbreekt daardoor vaak aan marketing- en ondernemerskennis.”

Extra kosten

Het grootste probleem is volgens hem dat vaak niet goed duidelijk is waar de kosten en baten van innovaties in de zorgketen neerdalen. “Je kunt met een technische innovatie een enorme arbeidsbesparing realiseren, waardoor de verpleging meer aan kan, maar waar betaalt die kostenbesparing zich uit? Die besparing moet ergens terugkomen in de boeken, maar dat gebeurt nu niet. Als je de marges van innovaties niet te gelde kunt maken, registreert het systeem alleen maar extra kosten.”

“Innovatie kost misschien geld aan de voorkant, maar het levert aan de achterkant geld op”, aldus NZa-directeur Josefien Kursten. “Zulke investeringen moeten gekapitaliseerd worden, maar dat gebeurt te weinig. Over dat kapitaliseren moeten afspraken gemaakt worden bij de contractering.

Open brief

Aanleiding voor het ronde tafelgesprek is een open brief van zorgondernemer Robbert Brouwer op de Dutch Health Hub. Volgens Brouwer, die in de Jaarbeurs als vierde tafelgast optreedt, mist de Nederlandse zorg een uniform beoordelingskader voor innovaties. Daardoor blijft structurele financiering na de start up-fase uit en bloeden veel zorginnovaties dood zonder de kans te krijgen om zich in de praktijk te bewijzen.

Sneller traject

Tijdens het ronde tafel gesprek kan Brouwer op het nodige begrip rekenen. “Er moet iets veranderen, daar ben ik het helemaal mee eens”, aldus VGZ-directeur Marit Tanke. “Als iets wetenschappelijk is aangetoond, duurt het nu zeventien jaar voordat het onderdeel is van het klinisch handelen. Het traject om daar te komen moet sneller. In de digitale wereld moeten we naar andere methoden kijken met meer nadruk op evaluatie achteraf. Maar innovaties moeten wel bewezen effectief en veilig zijn.”

Grote transformatie

Hoewel de NZa volgens Kursten groot voorstander is van digitale innovatie, wil ze niet voorbij gaan aan het disruptieve effect ervan. “Wij als NZa zijn absoluut voor digitale zorg, maar we zien het als middel voor het grotere doel van passende zorg. We staan aan de vooravond van een grote transformatie, waarbij de patiënt op een andere manier zorg gaat krijgen. Maar als de patiënt niet meer naar het ziekenhuis komt, komen er afdelingen leeg te staan. Die vaste kosten heeft een ziekenhuis niet in één keer afgelost, dus we moeten met elkaar een plan maken hoe dat af te bouwen.”

Klimaatakkoord als voorbeeld

Juist deze ingrijpende gevolgen maken volgens Van Oranje-Nassau gemeenschappelijk optreden onvermijdelijk. “Ik begrijp dat al die innovaties tot frictie leiden. Ze worden misschien niet goed geabsorbeerd in de zorgketen en dan heeft de individuele zorgaanbieder een probleem. We hebben een systeem zo in elkaar gezet dat het heel moeilijk is om iets te veranderen. Iedereen ziet wel die lange termijn, maar op korte termijn moet iemand de pijn dragen. Dus waarom niet naar het voorbeeld van het klimaatakkoord een zorgakkoord? Dan kun je al die belangen en problemen in een open proces bij elkaar leggen en afspraken maken over wie welke rol pakt. We vergeten gemeenschappelijkheid te definiëren, waardoor iedereen zijn eigen stukje pakt en we niet verder komen. Op het moment dat die stip er staat, biedt je voorspelbaarheid, perspectief, kaders…”

Transformatiepact

De NZa en VGZ tonen zich bij monde van Kursten en Tanke geporteerd van dit idee. “Zo’n akkoord is een heel goed plan”, aldus Kursten. “We moeten rond die stip op de horizon een pact sluiten.” Tanke: “We moeten naar een flexibeler system. Dat doet pijn, maar als we een gemeenschappelijke stip hebben, kunnen we daar met zijn allen naar toe bewegen.”

Volgens Van Oranje-Nassau hoeft er over de pijlers van een transformatieakkoord voor de zorg niet lang te worden nagedacht. Het gaat uiteindelijk om het toegankelijk houden van de zorg tegen liefst lagere kosten en hogere kwaliteit. Over één ding hoeven we daarbij wat hem betreft niet te twijfelen: “Er zijn genoeg innovatoren onder zorgaanbieders, verzekeraars, start ups en wetenschappers om invulling aan een transformatieakkoord te geven.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen