“De opleiding tot piloot duurt vier jaar en na twee jaar mogen piloten al vliegen. Weet je hoe lang een opleiding tot chirurg duurt? Vijftien jaar! Dat zijn 30.000 uren. Is dat normaal? Welke andere opleiding ken je waar het vijftien jaar duurt om iemand op te leiden? De oplossing: simulatie-onderwijs.”
Hoogleraar chirurgie Jaap Bonjer, tevens afdelingshoofd Heelkunde bij Amsterdam UMC en voorzitter van het consortium DUTCH (Digital United Training Concepts for Healthcare), laat er tijdens Zorg & ict geen gras over groeien. In zijn keynote roept hij op tot een drastische versnelling van simulatie-onderwijs in de zorg. Het huidige meester-gezelmodel schiet volgens hem tekort, waardoor opleidingscapaciteit en kwaliteit onder druk staan.
Gaming-technologieën
Bonjers inzet, en die van het hele team DUTCH, is erop gericht om binnen twee jaar innovatieve trainingscentra te realiseren waar zorgprofessionals met digitale leermiddelen en gaming-technologieën worden voorbereid op multidisciplinaire samenwerking. Alleen zo kunnen volgens de voorzitter nieuwe zorgprofessionals sneller worden opgeleid en ingezet, waardoor de wachtlijsten in de zorg korter worden.
De urgentie van deze rigoureuze modernisering van de zorg en opleidingen is groot, aldus Bonjer. “Er wachten zo’n 150.000 mensen op een operatie. Dat is een idioot lange rij, van Schiphol tot aan Maastricht. Ik noem dat een majeur probleem dat alleen nog maar groter gaat worden. Er moet iets veranderen in de zorg, anders redden we het niet.”
Opleidingscapaciteit
Het probleem speelt met name in de operatiekamers, waar het ontbreekt aan voldoende operatiekamerassistenten, anesthesiemedewerkers en radiodiagnostisch laboranten. Ook elders in de zorg is het tekort aan personeel goed merkbaar. Aan de animo voor deze opleidingen ligt het niet, wel aan de opleidingscapaciteit. “In 2031 zal het aantal vacatures in de zorg daardoor zijn opgelopen tot 200.000”, stelt Bonjer.
Uitstroom verpleegkundigen
Daarnaast constateert de voorzitter van het DUTCH-consortium een grote uitstroom van onder anderen verpleegkundigen. Over de oorzaak is hij glashelder: “Medisch specialisten hebben jaarlijks een persoonlijk budget van duizenden euro’s tot hun beschikking. Weet je wat er wordt uitgetrokken voor een verpleegkundige? Nul komma nul. Dus het is niet zo gek dat die na een jaar of twee alweer vertrekken.”
Simulatie-onderwijs
Meer en sneller opleiden dus, luidt zijn devies, en simulatie-onderwijs is daar bij uitstek geschikt voor. “Tot nog toe trainen we zorgprofessionals vooral on the job, tijdens echte operaties. Het middeleeuwse meester-gezelmodel, noem ik dat. Maar dat werkt tegenwoordig niet meer. Ten eerste is het inefficiënt, want net als in topsport train je doordeweeks en is de wedstrijd op zondag. Voor een patiënt is een operatie zelfs de WK-finale. Wil je goed worden in het uitvoeren van operaties, dan zul je dus veel moeten oefenen. Als er door personeelsgebrek echter minder operaties worden uitgevoerd, schiet dat trainen in de zorgpraktijk erbij in.”
Virtuele patiënt
“Ten tweede is trainen on the job nogal stressvol. We vergeten weleens dat het jonge mensen betreft voor wie alles nieuw is. Er ligt een echt mens op tafel, de anesthesioloog is chagrijnig en dan begint de patiënt ook ineens te bloeden. Dan breekt de paniek wel uit. Dat heb je met simulatie-onderwijs niet. Daar oefen je digitaal, of op een virtuele patiënt, net als die piloot in opleiding die in zijn flightsimulator op Schiphol-Oost off the job traint. Virtuele en digitale trainingen zijn trouwens ook herhaalbaar, waardoor de opleidingsdruk drastisch vermindert.”
Levensecht
Een virtuele omgeving is bovendien uitermate veilig én realistisch, betoogt de hoogleraar. “Neem de simulator die gebruikt wordt voor contrasttoediening bij CT-scans. Tijdens het inbrengen van een naald voel je gewoon de tegendruk van de huid, dat is heel levensecht. Oogartsen in spe leren binnen drie maanden op een animatie-oog hoe ze een cataractoperatie moeten uitvoeren, en ook tandartsen leren boren met een simulator. Geweldig! Waarom chirurgen niet?”
Prijskaartje
In het programma DUTCH werken ziekenhuizen, opleidingsinstituten en het (technische) bedrijfsleven samen, om te komen tot het ontwikkelen van meerdere digitale trainingscentra in ons land, waar zorgprofessionals de helft van hun opleiding op een gesimuleerde werkplek krijgen. Aan die ambitie hangt een fors prijskaartje. Drie jaar geleden klopte het consortium aan bij het Nationaal Groeifonds, dat vanwege de verwachte economische en maatschappelijke effecten van het project inmiddels een bedrag van in totaal 132 miljoen euro heeft toegezegd, waarvan 48 miljoen onvoorwaardelijk. Ook Dutch Health Hub is een samenwerkingsverband aangegaan met DUTCH.
Goed nieuws
De meerwaarde van DUTCH is dan ook groot, houdt Bonjer de zaal voor. “Niet alleen bespaar je door middel van simulatie-onderwijs jaarlijks 20.000 euro per student, dat geld kun je bovendien herinvesteren in DUTCH. Daar komt nog bij dat een student veel sneller aan het werk kan, en dat is uiteindelijk goed nieuws voor de zorg en dus voor de patiënt.”