De komende maanden gaan huisartsen, gemeenten, GGZ-instellingen en het sociaal domein de geestelijke gezondheidszorg in de regio’s West-Brabant Oost en Midden-Brabant transformeren. Begin februari gaven vanuit zorgverzekeraars CZ en VGZ groen licht.
Met het IZA-transformatieplan Toegankelijke Mentale Gezondheidszorg willen de partijen meer integraal samenwerken om de stijgende zorgvraag op te vangen en de specialistische GGZ toegankelijk te houden voor wie die echt nodig heeft. De komende tijd zal deze versterkte samenwerking moeten leiden tot 20 procent minder doorverwijzingen naar specialistische GGZ en een significante vermindering van wachttijden.
Sneller hulp op maat
Inwoners moeten sneller hulp krijgen op de juiste plek. In plaats van naar elkaar doorverwijzen, kijken de betrokken partijen nu gezamenlijk naar wat een inwoner nodig heeft. Hierdoor komt die sneller terecht bij de juiste hulpverlener, bijvoorbeeld in het sociaal domein, bij de huisarts of toch in de ggz.
Niet elke mentale zorgvraag hoeft namelijk in de ggz opgelost te worden. Vaak liggen er oorzaken zoals eenzaamheid, woonsituatie of schulden aan ten grondslag die beter opgelost kunnen worden buiten de zorg. Door de samenwerking kunnen inwoners ook sneller geholpen worden met passende ondersteuning vanuit het sociaal domein. Er ligt meer nadruk op preventie en sociale ondersteuning dan op medische behandeling.
Toenemende druk
De aanleiding voor deze transformatie in beide regio’s was de toenemende druk op zowel ggz als de huisartsenpraktijken, vertelt Maud Voermans, directeur bij huisartsenorganisatie Zorroo. “De ggz wordt in de hele breedte steeds minder toegankelijk, terwijl de zorgvraag wel steeds groter wordt. De druk in de eerstelijnszorg neemt toe.”
‘Nauwe samenwerking tussen de betrokken partijen is hard nodig om de toegankelijkheid van zorg te verbeteren en onnodige doorverwijzingen te voorkomen. Daarom zijn de huisartsen samen met ggz-instellingen en gemeenten om tafel gegaan om een oplossing te vinden en te zorgen dat we wel aan die zorgvraag kunnen blijven voldoen.” Alleen kun je het niet oplossen”, aldus Elke van der Sterren, directeur bedrijfsvoering bij GGz Breburg, “Deze overtuiging leefde bij ons allemaal.”
Schuldenproblematiek
Elleke Schoenmakers, beleidsadviseur sociaal domein bij de gemeente Tilburg: “Veel van de zorgvragen die in de eerstelijnszorg terechtkomen, zijn breder. De oplossingen zijn niet alleen te vinden in behandelingen of medicatie. Door het sociale domein te betrekken, open je ook de deuren naar bijvoorbeeld het oplossen van schuldenproblematiek, een zinvolle daginvulling of naar naar informeel contact. Dan kun je breder kijken naar mentale gezondheid, dan alleen vanuit de zorg.”
Verkennend gesprek
Een professional uit de zorg of het sociaal domein brengt met een verkennend gesprek de hulpvraag van de inwoner in kaart. Dat voorkomt onnodige ggz-verwijzingen en zorgt ervoor dat degenen die wél gespecialiseerde zorg nodig hebben, sneller kunnen worden geholpen. “Dit draagt bij aan een duurzamer herstel en een betere integratie in de samenleving”, aldus Schoenmakers.
De integrale aanpak wordt concreet gemaakt door het opzetten van multidisciplinaire overleggen (mdo’s) bij huisartsenpraktijken. Hierin werken huisartsen, GGZ-professionals en sociale wijkteams samen. Een voorbeeld van deze aanpak is het FACT+-team, waarin zorg- en welzijnsprofessionals gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de ondersteuning van inwoners met ernstige psychiatrische aandoeningen. Dit team werkt met één plan en één aanspreekpunt, zodat inwoners niet telkens opnieuw hun verhaal hoeven te doen en direct geholpen worden met zowel medische als sociale vraagstukken.
Grote slag slaan
De partijen hebben de afgelopen anderhalf jaar met elkaar samengewerkt aan het transformatieplan, dat nu dus eigenlijk echt pas van start gaat. “Dit jaar gaan we een grote slag slaan”, stelt Voermans. “We moeten echt laten zien dat we ook werkelijk die impact met elkaar kunnen maken. We gaan de mdo’s inrichten en vakmethodiek samen met het sociaal domein verder uitwerken. Ook zijn er gezamenlijke werkgroepen gevormd voor verschillende thema’s, met vertegenwoordiging vanuit alle domeinen.”
Cultuurverandering
“Er komt een enorme cultuurverandering op ons af”, aldus Van der Sterren. “Professionals moeten leren om niet altijd een medisch antwoord te geven op elke zorgvraag, maar breder te kijken naar de mogelijkheden binnen het netwerk van de cliënt. Dat is voor sommigen nieuw.” Schoenmakers onderstreept dat dit een andere manier van denken vereist: hoe doe je zoveel mogelijk goed voor zoveel mogelijk mensen?
Ook wordt een andere nog intensievere manier van denken en samenwerken gevraagd, gaat Van der Sterren verder. “Daarnaast ligt er een enorme organisatorische uitdaging. Hoe gaan we met elkaar organiseren dat er bij de ongeveer tweehonderd huisartsenpraktijken in ons werkgebied een goed mdo is met expertise vanuit de verschillende domeinen? Deze transformatie hoeft niet helemaal klaar te zijn dit jaar. We hebben tot 2027.”
Verschuiving rol huisartsen
Voor huisartsen betekent deze transformatie een verschuiving van hun rol. Zij blijven het eerste aanspreekpunt voor inwoners met mentale gezondheidsklachten, maar krijgen ondersteuning van het sociaal domein en de GGZ. Voermans ziet hierin een belangrijke kans. “Huisartsen worden hierdoor niet alleen ontlast, maar hun werk wordt ook interessanter omdat ze samen met andere disciplines naar oplossingen zoeken.”
Gemeenten spelen eveneens een sleutelrol in deze aanpak. Door de samenwerking met zorginstellingen kunnen zij sneller inspelen op sociaal-maatschappelijke problemen die vaak ten grondslag liggen aan mentale klachten. Dit leidt tot een effectievere inzet van middelen en voorkomt dat inwoners onnodig in de GGZ belanden.
Voordelen voor professionals
De transformatie biedt niet alleen voordelen voor inwoners die hulp nodig hebben, maar juist ook voor de professionals, aldus Jelmer van den Akker, inkoper GGZ bij verzekeraar VGZ. “Door minder door te verwijzen naar de tweede lijn en meer in te zetten op preventie en samenwerking, kan met dezelfde capaciteit aan professionals een groter aantal mensen geholpen worden. En dat niet alleen, daardoor kunnen mensen die nu lang op de wachtlijst staan voor de ggz ook echt sneller geholpen worden. En dat is heel erg belangrijk, zeker ook voor de regio Midden-Brabant.”
Geen pilot
Voor de uitvoering van deze transformatie is in totaal 25,3 miljoen euro aan transformatiegelden beschikbaar gesteld. Deze middelen worden ingezet om de benodigde organisatorische en culturele veranderingen te realiseren. De betrokken partijen hebben afgesproken dat dit geen pilot is, maar een structurele verandering in de manier waarop zorg en ondersteuning worden georganiseerd.
Voermans ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Er zit veel energie en bereidheid bij alle betrokken partijen om deze transformatie tot een succes te maken. Als we deze verandering goed doorvoeren, maken we niet alleen de zorg toegankelijker, maar dragen we bij aan een samenleving waarin mentale gezondheid op een bredere en effectievere manier wordt ondersteund.”