Nederlandse zorg-startups lopen tegen fikse barrières aan als ze willen groeien. Dat dwingt deze veelbelovende Nederlandse bedrijven richting het buitenland. Dit blijkt uit een groot onderzoek door Stichting Techleap. En zo loopt Nederland innovaties en banen mis.
Stel: je hebt een geweldig innovatie die de zorg veel makkelijker en efficiënter kan maken. Je start is veelbelovend en vanuit de universiteit is veel ondersteuning. Al snel vind je enkele investeerders en kunnen jullie het idee verder ontwikkelen. Maar als je de innovatie écht in de praktijk wilt testen en op de markt brengen, wordt het opeens heel ingewikkeld om door te groeien. En dan lonkt het buitenland.
Dat is de realiteit voor veel start-ups op het gebied van zorgtechnologie in Nederland. Maar 29 procent van de Nederlandse startups groeit door tot een scale-up; een product dat klaar is om de markt op te gaan. Even voor de vergelijking: in Israël is dat 71 procent. Stichting Techleap, non-profitorganisatie die die zich inzet voor het versnellen van het Nederlandse tech-ecosysteem, bracht de problemen waar start-ups in de zorg tegenaan lopen in kaart.
Op zoek naar de juiste investeerder
Uit het onderzoek onder onder Nederlandse startup-oprichters en investeerders in de healthtech-sector, komen verschillende barrières naar voren. De grootste zit in het vinden van de juiste financiering. 56 procent van de startups is een groot deel van hun tijd bezig met het vinden van het juiste kapitaal en 35 procent geeft aan dat ze geen investeerders kunnen vinden die voldoende financiering kunnen verstrekken passend bij hun groeifase.
“Om de bedrijven op te schalen van start-up naar scale-up, zijn enorme bedragen nodig,” constateert Maurice van Tilburg, Directeur Capital bij Techleap.nl .“De geïnvesteerde bedragen in de Nederlandse healthtech-sector zijn veel lager dan in andere sectoren. Investeerders ontbreekt het aan kennis van de zorgsector. Ook vraagt de zorg om een lange adem en deep pockets: in de beginfase moeten vaak grote investeringen gedaan worden en de trajecten zijn lang.”
Deze factoren veroorzaken een mismatch. De vraag naar kapitaal is veel groter dan wat er is aan passend aanbod. “Hierdoor ontstaan slechte condities voor financiering, die later in leven van bedrijf weer een probleem kunnen vormen.”
Trage cycli
Maar niet alleen financiële struikelblokken zitten de innovaties in de weg. Het onderzoek bevestigt ook een belangrijk issue waar hier op DHH al langere tijd over gediscussieerd wordt: de slechte toegankelijkheid van het Nederlandse zorgsysteem voor innovaties. Vooral de zoektocht naar de juiste certificeringen voor toelating tot de markt maakt het de start-ups moeilijk, zo komt uit het onderzoek.
Van Tilburg: “De zorg in Nederland kent trage cycli die doorlopen moeten worden voor een dienst of product de markt op mag. Eerst moet er getest worden, moeten er klinische validatie plaatsvinden en is er uitgebreide data nodig om zorg te benchmarken. Die zaken gaan vaak te traag voor kleine startups.” Een kwart van de oprichters geeft aan dat het certificeringsproces van hun product onduidelijk voor ze is.
Als ze daarna willen opschalen naar een volgende fase, dan geeft 42 procent aan dat het inkoopbeleid van ziekenhuizen gefragmenteerd is en lang duurt. Daarnaast ondervinden de startende ondernemingen problemen bij het intellectueel eigendom van vindingen, vooral als die vanuit de universiteiten komen. En ook zijn er netwerkproblemen, zo blijft de outreach van bedrijven vaak beperkt tot de persoonlijke netwerken van de oprichters. Daarnaast blijven de teamsamenstellingen vaak te ‘academisch’; startups beginnen vaak vanuit de universiteit en missen bijvoorbeeld financieel experts.
De grens over
Al met al zijn de problemen met groei in Nederland zo groot, dat veel bedrijven over de grens gaan zoeken naar financiering, implementatie en marktpotentieel. En zo komen van oorsprong Nederlandse innovaties niet op de Nederlandse markt terecht. Een gemiste kans, vinden ze bij Techleap.nl.
“De vele innovatieve Nederlandse startups in de healthtech-sector hebben moeite om door te groeien, terwijl dit cruciaal is voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg. De behoefte aan verandering en het momentum om samen te werken om dit mogelijk te maken, is nog nooit zo groot geweest. We hebben de technologieën, de wetenschappers, de ondernemers en het kapitaal om een enorme impact te maken. We moeten nu handelen om het potentieel van healthtech in Nederland te ontketenen”, stelt Van Tilburg.
Constantijn van Oranje-Nassau, Special Envoy bij Techleap: “Er is groot potentieel in Nederland maar we zien ook veel frustratie. Het is zonde voor Nederland dat er hier veel pilots plaatsvinden, maar die uiteindelijk naar het buitenland vertrekken om op te kunnen schalen.”
Sneller en efficiënter
Techleap probeert een beter klimaat te creëren voor deze health tech-startups, licht Van Oranje-Nassau toe: “De organisatie creëert een optimaal klimaat voor Nederlandse technologiebedrijven om op te schalen, met onder meer een programma om bedrijven te helpen na startup-fase met onder andere toegang tot netwerken, investeerders etcetera. Dit is de eerste batch, specifiek op health. We brengen ze samen en maken ze deel van een gemeenschap van ondernemers.”
Uit het onderzoek komen aanbevelingen die de groeiproblemen moeten verminderen. Van Tilburg: “Het is belangrijk dat er voor start-ups een fast track-pad wordt ontwikkeld voor de ontwikkeling van medische oplossingen. Nu geldt nog een heel zwaar validatietraject, dat kan voor bepaalde oplossingen veel sneller. Zoiets bestaat al in het buitenland, om de stappen voor start-ups efficiënter te maken.”
Dit vraagt om samenwerking van alle betrokken partijen, zoals beleidsmakers, gezondheidspioniers, universiteiten en leidinggevenden in de zorgsector in Nederland. Het wordt tijd dat we naar het buitenland gaan kijken, om te zorgen dat we ons eigen land toegankelijk kunnen maken en houden.
Het innovatieklimaat voor digital health oplossingen staat op 3 november centraal tijdens de dagelijkse openingssessie van Zorg & ICT. Constantijn van Oranje-Nassau is één van de deelnemers aan deze sessie. Hij gaat in discussie met Robbert Brouwer, Josefien Kursten van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Marit Tanke van Coöperatie VGZ. Registreer je gratis en maak een keuze uit de vele kennissessies.