De marine ontwikkelde jaren geleden al methoden om uitgezonden militairen mentaal te ondersteunen. Die zijn inmiddels ook succesvol in het ziekenhuis. “Het is geen Defensie, maar er zijn veel raakvlakken”, zegt veteraan Jim de Kroon.
Wat ze meemaken, is voor buitenstaanders moeilijk te bevatten. Dat geldt voor uitgezonden militairen, maar ook voor artsen en verpleegkundigen. Met familie en vrienden over ingrijpende gebeurtenissen praten, is moeilijk. Gevoelens worden opgekropt, met alle gevolgen van dien.
Samen praten
De marine ontwikkelde daarom in 1990 een ‘adaptatieprogramma’. Militairen gaan na een uitzending niet meer direct naar huis, maar maken eerst een tussenstop op een rustige locatie, zoals Kreta. Daar kunnen ze stoom afblazen en zich voorbereiden op de terugkeer naar het leven thuis. Nog belangrijker, ze kunnen er praten onder begeleiding van een professionele hulpverlener en een speciaal hiervoor opgeleide collega.
Het delen van ervaringen en de herkenning bij anderen, blijkt enorm waardevol. “Misschien heb je bepaalde gevoelens of gedachten waarvan je denkt ‘is dit wel normaal?’ Tijdens deze gesprekken kom je er dan achter dat je niet de enige bent en leer je hoe anderen ermee omgaan”, zegt Jim de Kroon, veteraan van de marine en trainer van de collega-gespreksleiders. Het programma bleek een succes en ook de landmacht en luchtmacht pikten het op.
Hier bleef het niet bij. In 2009 stelde de marine een collegiaal netwerk op. Dit wordt ingezet na een belevingsintensieve ervaring of impactvolle gebeurtenis.
Collegiaal netwerk UMC Utrecht
Het UMC Utrecht werkt inmiddels ook met dit collegiaal netwerk. Het is in 2019 opgezet door Ingelise Roelen, toen hoofd Spoedeisende Hulp bij het UMC Utrecht en eerder werkzaam als stafofficier Militaire Geestelijke Gezondheidszorg bij de Landmacht.
Roelen had al ervaring met het netwerk, want ze zette destijds de pilot op van het netwerk bij de landmacht voor korps commando troepen en Explosieven Opruimingsdienst Defensie. In het ziekenhuis zag ze vergelijkbare kansen. Daar vinden immers net zo goed impactvolle gebeurtenissen plaats, zeker op een SEH-, IC-, oncologie- of neonatologieafdeling.
Het netwerk zorgt ervoor dat een teamleider na zo’n impactvolle gebeurtenis het TRiM-protocol in werking laat gaan; het Trauma Risico Management-protocol; 72 uur later komt het betrokken team dan samen om te praten. Speciaal hiervoor getrainde collega’s leiden het groepsgesprek.
Deelnemers bespreken de gebeurtenis, krijgen psycho-informatie en educatie en bijvoorbeeld tips bij eventuele slaapproblemen. “Ze krijgen uitleg over wat ze kunnen verwachten in de eerste weken na een ingrijpende gebeurtenis”, zegt Roelen. “Wat is normaal en wat kan helpen bij de verwerking?” De Kroon vult aan: “Het collegiaal netwerk voorkomt een opstapeling van emoties.”
Reanimatie
Praten over gevoelens en belevingintensieve ervaringen is in het ziekenhuis niet gebruikelijk. Dit komt volgens Roelen omdat er een vrij mannelijke cultuur heerst die ze al kende van Defensie. “Dit is ons werk en we kunnen niet de hele tijd praten over alles wat we meemaken, dat is het idee”, zegt ze. “Maar helemaal niet praten is wel erg weinig.”
Na een reanimatie van een kind met een slechte afloop, krijgen medewerkers bij het UMC Utrecht sowieso een gesprek aangeboden. “Het is belangrijk dat je zo’n gebeurtenis goed verwerkt”, zegt Roelen. Te vaak wordt de impact op zorgmedewerkers niet onderkend, terwijl er voor patiënten die op de IC hebben gelegen bijvoorbeeld wel een nazorgtraject is. Het collegiaal netwerk biedt vergelijkbare zorg voor de medewerkers. Bij sommige ziekenhuizen komt er na een ingrijpende gebeurtenis misschien wel de vraag: heb je wat nodig? Maar Roelen ziet dat anders: “Soms moet je niet vragen, maar leveren.”
Gespreksleiders
Bij de marine waren de eerste gespreksleiders van het netwerk vooral leidinggevenden. Die waren volgens De Kroon niet per se geschikt voor de rol. Roelen zegt: “Het is belangrijk dat deze gespreksleiders draagvlak hebben bij collega’s en dat ze binnen alle lagen beschikbaar en bereikbaar zijn.”
Daarbij moeten ze dezelfde ‘taal’ spreken en weten wat er speelt. In het ziekenhuis gaat het dan om verpleegkundigen, artsen, secretarieel medewerkers en managers. De training die ze vooraf krijgen, leert ze meer over gesprekstechnieken, doorvragen en het geven van adviezen.
Post-covid
In het najaar van 2021, na de zoveelste covid-golf, kreeg het UMC Utrecht ook een adaptieprogramma. Na de eerste golf was het voor Roelen al duidelijk dat een dergelijk programma een positief effect zou kunnen hebben, maar de gelegenheid daarvoor kwam pas na de vijfde golf. De Kroon hielp bij het uitrollen.
Op een rustige locatie, in dit geval Landgoed Beukbergen, kwamen tussen de 500 en 600 medewerkers van het UMC Utrecht in groepen samen om te barbecueën, te ontspannen én om na te praten. Tijdens de gesprekken werd vooral gekeken hoe het met de medewerkers ging.
“Het was interessant om te zien wat de thema’s waren”, zegt De Kroon. “Het is geen Defensie, maar er zijn veel raakvlakken.” Onderwerpen die voorbij kwamen, waren machteloosheid, veiligheid, werkdruk, emotionele zelfbeheersing, schuld, schaamte en ook verbinding, humor, samenwerking en saamhorigheid. “En het ging over de invloed van de media”, zegt De Kroon. “Want die was tijdens de covid-periode enorm.”
Ziekenhuiscultuur en geld
De reacties op het collegiaal netwerk en het adaptieprogramma bij het UMC Utrecht zijn positief. Toch wordt dergelijke mentale ondersteuning nog niet overal in de zorg aangeboden. Jammer, vindt De Kroon. “Mensen die voor andere mensen zorgen, zorgen niet altijd even goed voor zichzelf.”
In het ziekenhuis hoorde hij tijdens trainingen net iets te vaak dat ‘nare en stressvolle situaties erbij horen’. Bij Defensie zag hij dat vroeger ook. “Na een heel heftige gebeurtenis werd gezegd: ‘nu hoor je erbij’. Het is lastig om dan te zeggen dat je er moeite mee hebt. Maar als er niet over wordt gepraat, stagneert de verwerking en raken mensen afgestompt.”
Yogalessen
Dat het anders kan, heeft Defensie al bewezen. Voor jonge mariniers zijn yogalessen en ademhalingsoefeningen standaard. Waarom kan dit in ziekenhuizen niet? Roelen heeft misschien een verklaring. “In de zorg lijkt geld een veel grotere rol te spelen dan binnen Defensie”, zegt ze. “Investeren in personeel, waarbij het resultaat niet direct zichtbaar is, lijkt een grotere stap.”
Roelen is ervan overtuigd dat een adaptieprogramma en collegiaal netwerk geld besparen, omdat ze het enorme ziekteverzuim kunnen verlagen. De Kroon beaamt dat: “Als je mensen langer aan het werk kunt houden of sneller terug krijgt, is dat een enorme winst.” Alleen is dat nog niet in cijfers hard te maken.
Crisis
In juli 2022 is Roelen weggegaan bij het UMC Utrecht. Haar laatste missie was het opstellen van de functie en vacature voor een humanistisch raadsvrouw op de Spoedeisende Hulp; iemand specifiek aangesteld voor de geestelijke verzorging van het personeel. Die vacature is ook vervuld. “Ik heb daar heel hard voor moeten vechten, maar ze is er gekomen.”
Tegenwoordig werkt Roelen als zzp’er. Onder de naam ‘Bounce’ geeft ze trainingen in nazorg bij impactvolle gebeurtenissen en in crisismanagement voor ziekenhuizen. “Ik wil verder met het leveren van zorg na impact”, zegt ze. Dat is ook wat De Kroon doet. Hij heeft zojuist weer nieuwe gespreksleiders getraind voor een collegiaal netwerk, dit keer bij een nucleaire faciliteit. Ook daar kunnen emoties hoog oplopen als er een alarm afgaat.”