Behoud van streekziekenhuizen, minder marktwerking in de cure, extra plekken in de ouderenzorg, meer autonomie en loopbaanperspectief voor medewerkers en een hardere aanpak van misbruik. Dit zijn enkele van de zorg-specifieke punten die PVV, VVD, NSC en BBB overeen zijn gekomen in het hoofdlijnenakkoord.
Om de toegankelijkheid van de zorg te waarborgen wordt het huidige eigen risico in de zorg in 2027 meer dan gehalveerd tot 165 euro. De ouderenzorg krijgt daarnaast jaarlijks een extra financiële impuls van 600 miljoen euro. De positie van de eerstelijnszorg moet worden versterkt door verbetering van de onderlinge samenwerking. Goede regionale afspraken tussen ziekenhuizen moeten de bereikbaarheid van de acute zorg garanderen: “De insteek wordt dat streekziekenhuizen behouden blijven.”
Personeelskrapte
In het hoofdlijnenakkoord is de personeelskrapte in de zorg aangemerkt als ‘grote prioriteit’. Werken in de zorg moet aantrekkelijker worden door “meer autonomie, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en van administratieve lasten, bijvoorbeeld door meer innovaties.” Personeel in loondienst zou eerste keuze moeten krijgen bij roosterindeling.
Decentraal EPD
De partijen achter het hoofdlijnenakkoord maken zich sterk voor “een veilig, decentraal vormgegeven elektronisch patiëntendossier, ook voor uitwisseling van gegevens binnen de zorg”. Wat een ‘decentraal vormgegeven elektronisch patiëntendossier’ precies betekent, maakt het hoofdlijnenakkoord niet duidelijk. De vraag wat dit betekent voor lopende landelijke initiatieven als het digitale platform voor gegevensuitwisseling Cumuluz blijft daarmee voorlopig onbeantwoord.
Beheersbaarheid zorguitgaven
Het hoofdlijnenakkoord geeft summier aan hoe de plannen voor de zorg bekostigd moet komen. De financiële uitwerking moet worden vastgelegd in een separaat ‘hoofdlijnenakkoord, gericht op beheersbaarheid van zorguitgaven en de kwaliteit van de zorg’. Mogelijk komen er voor de spoedzorg “alternatieve bekostigingsvormen, anders dan het huidige stelstel van marktwerking”. Zowel de cure als de care moeten worden doorgelicht op “bewezen niet-effectiviteit, noodzakelijkheid en voorkomen van onnodige zorgvraag, en overbehandeling”. Ook moet er meer aandacht komen voor “aanbieders die misbruik maken van het stelsel”. Door preventie ‘meer centraal’ te regelen moet bovendien de zorgvraag worden beheerst, alsook de gezondheidsverschillen worden verkleind.
Jeugdzorg
Voor de hervorming van de jeugdzorg volgen de vier partijen het advies van de Algemene Rekenkamer en de Raad van State. De gesloten jeugdzorg moet versneld worden afgebouwd. Ook inzake vaccinaties komt er “een nieuwe, samenhangende aanpak, in het bijzonder ook voor de bescherming van kinderen”. Het recht op palliatieve en terminale zorg moet beter verankerd worden “in de verschillende zorgwetten”. De wettelijke kaders rond (onderzoek naar) embryo’s, abortus en euthanasie blijven ongewijzigd, “behoudens onvoorziene en belangwekkende ontwikkelingen en de voortgezette behandeling van twee aanhangige initiatiefvoorstellen.”