Marjo Vissers: ‘Stop met pleisters plakken in ggz’

VGZ Zinnige zorg
Philip van de Poel
Philip van de Poel
08 mei 2024
5 min

De ggz kan de sterk gestegen vraag niet bijbenen. Om dit op te lossen moet de politiek middelen vrijmaken voor het voorkomen van mentale problemen en zorgvraag, vinden Ruth Peetoom (de Nederlandse ggz) en Marjo Vissers (VGZ): “Investeer in preventie in wijken, welzijn en onderwijs.”

Door Joost Bijlsma

Het probleem van de wachtlijsten in de ggz is hardnekkig. Zo hardnekkig dat de Tweede Kamer er moedeloos van wordt. Volgens demissionair minister van VWS Conny Helder wordt er aan gewerkt, maar is het een kwestie van de ‘hele lange adem’. Dat komt omdat de vraag steeds verder toeneemt en het aanbod dat niet bijbeent.

Volgens voorzitter Ruth Peetoom van brancheorganisatie de Nederlandse ggz en bestuursvoorzitter Marjo Vissers van Coöperatie VGZ is het dan ook tijd voor verandering. Ze vinden elkaar in het pleidooi voor een bredere sociale basis en het financieren daarvan.

Stevige wijkstructuren

Welk advies zou Vissers nu aan de formerende politieke partijen willen geven? “Redeneer veel meer vanuit een sterke sociale basis. Stop met vooral te focussen op medische oplossingen en financiering in het medisch domein. Bij een sterke sociale basis, aandacht voor mentale kracht van mensen, ook op scholen, werken aan stevige wijkstructuren zal veel minder vraag naar medische antwoorden ontstaan.”

Dikke buik

Als we de ggz fysiek zouden typeren komen we volgens Vissers uit op een figuur met een te dikke buik en te dunne benen. “We hebben een te smalle sociale basis en een kwetsbare eerste lijn”, licht zij de beeldspraak toe. “Te veel stroomt daardoor door naar de gespecialiseerde zorg. Wat je wilt is die basis verbreden en verstevigen, zodat minder door hoeft naar de ggz. Investeer in preventie in wijken, welzijn en onderwijs, zodat we geen pleisters hoeven te plakken op wonden die er niet hadden hoeven zijn.”

Vissers vindt dat we nu te vaak een maatschappelijk probleem willen oplossen met medische behandelingen. “Een goed voorbeeld zijn jongeren met prestatiedrukproblemen. Een deel daarvan leidt op enig moment tot ggz-behandeling. We moeten veel meer werken aan het leren omgaan met druk of het voorkomen ervan, liefst via de scholen.”

Penny wise, pound foolish

Peetoom roept de landelijke politiek op om over de grenzen van zorgdisciplines en domeinen te kijken. “Kijk alsjeblieft met een brede blik. Kijk niet naar dingen waar je nu mee kunt scoren, maar naar wat helpt om dit probleem op lange termijn op te lossen.” Ze vraagt met nadruk om blijvende financiering van domein-overstijgende samenwerking van zorg en welzijn met gemeenten. “Voor de nu noodzakelijke veranderingen in zorg en welzijn is dat essentieel. Maar wie weet stopt dat straks allemaal weer vanwege bezuinigingen. Dat zou penny wise, pound foolish zijn. Want daarna ben je nog veel meer geld kwijt aan zorg en uitkeringen.”

Net als Vissers vindt Peetoom dat we moeten investeren in onderwijs. Daarnaast zou het helpen als we in ons land werken aan meer bestaanszekerheid en kansengelijkheid, denkt ze. “Mensen met een ggz-vraag kampen vaak ook met sociaal-maatschappelijke problemen, zoals schulden, dakloosheid of werkloosheid.”

Een deel van de ggz-wachtenden, is daarom wellicht meer geholpen met maatschappelijke ondersteuning dan met zorg. Door hier op in te spelen kun je de wachtlijsten verkleinen, denkt Peetoom. “We moeten in een vroeg stadium nagaan wat deze mensen nodig hebben. Als de maatschappelijke problematiek de hoofdoorzaak is dan is een andere aanpak nodig dan die van een gespecialiseerde ggz-professional.”

Verkennend gesprek

Peetoom verwacht veel van het zogeheten ‘verkennende gesprek’. Dit wordt naar verwachting vanaf volgend jaar vergoed in het basispakket. In zo’n gesprek roept de huisarts vroegtijdig de hulp in van ggz-experts, het sociaal domein en liefst ook ervaringsdeskundigen. De verwachting is dat cliënten zo eerder op de juiste plek geholpen worden en dat de wachtlijsten in de ggz verminderen. Peetoom: “Zo houd je specialistische ggz-behandelaars beschikbaar voor de mensen die hun hulp echt nodig hebben.”

Vissers is er ook van overtuigd dat verder kijken dan de gediagnosticeerde aandoening de wachtlijsten kan verkorten. Ze wijst daarbij op het voorbeeld van de herstel-ondersteunende intake van GGZ Noord-Holland Noord, waarbij maatschappelijke problematiek wordt meegenomen. Deze heeft de instroom in de specialistische ggz met een derde verlaagd.

Vangnetje

Vissers vindt het ook bij mensen die al zijn behandeld belangrijk om verder te kijken dan de aandoening. “Soms is een stabiele woonomgeving effectiever dan het eindeloos behandelen.” Ze is een voorstander van een ‘vangnetje’, de mogelijkheid om na uitstroom uit een behandeling te kunnen bellen met een behandelaar. Dit zorgt ervoor dat mensen durven te stoppen met een behandeling. “Ze hoeven dan immers niet bang te zijn dat ze bij terugval weer op de wachtlijst komen.”

Peetoom verlangt naar een veel minder door diagnoses en behandelingen verkokerd zorg- en welzijnslandschap. “Je zou willen dat de hulp meer op maat is. Dat je even een beroep kunt doen op de zorg of maatschappelijke ondersteuning die in jouw specifieke geval nodig is.” Zij vindt ook

dat we veel vaker een beroep moeten doen op het netwerk rondom iemand met een hulpvraag. “Kijk naar de omgeving. Zijn er ouders, vrienden of collega’s die support kunnen geven?”

Opschonen wachtlijsten

Naast investeren in het voorkomen van vraag blijft het volgens Peetoom niettemin belangrijk om het aanbod van de ggz te vergroten. Het ggz-budget is tussen 2009 en 2021 weliswaar met 11 procent gestegen, maar het aantal mensen met psychische stoornissen is met 53 procent toegenomen. “We hebben gewoon te weinig zorgprofessionals in de ggz. Er moeten echt meer mensen gaan werken.”

Vissers betwijfelt of we in Nederland wel een aanbodprobleem hebben. “Met Noorwegen en Monaco hebben we in Nederland de meeste psychiaters per hoofd van de bevolking.” Zij denkt dat we ons vooral moeten richten op het voorkomen van ggz-vraag en het beter benutten van de bestaande capaciteit. De VGZ-bestuursvoorzitter pleit ook voor een aantal praktische verbeteringen rond de wachtlijsten, zoals het regelmatig opschonen door alle ggz-instellingen. “Op basis van eerdere ervaringen bij ggz-instellingen schatten wij in dat 20 tot 25 procent onterecht op die lijsten staat.”

Toegang tot gegevens

Ze zou het een goede zaak vinden als VGZ en andere zorgverzekeraars toegang krijgen tot de ZVW-wachtlijsten. “Het zou helpen als de overheid instellingen verplicht om ons gegevens te leveren van mensen die door ons willen worden geholpen. Dan kunnen wij nagaan waar wel snel plaats is en hen via zorgadvies en wachtlijstbemiddeling sneller naar een behandeling krijgen. Op die manier hebben wij het afgelopen jaar ongeveer 6.000 mensen bemiddeld. Dat zouden we voor nog veel meer mensen kunnen doen.”

 

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen