Vier van de tien ouder wordende Nederlanders denken de komende jaren een beroep te moeten doen op professionele zorg. Dat komt naar voren uit het onderzoek ‘Wat vind jij belangrijk voor later? Praat vandaag over morgen’ dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Kien in opdracht van het ministerie van VWS.
Met het onderzoek wil het ministerie een nieuwe impuls geven aan de campagne ‘Praat vandaag over morgen’ die branchevereniging ActiZ eerder startte. Het doel van de campagne is het gesprek over ouder worden te stimuleren, van huiskamer tot beleidstafel.
Wat VWS betreft, wordt de dialoog over ouder worden net zo gewoon als ooit het gesprek over schoolkeuze, baan of nieuwe woning. Het onderzoek toont aan dat ouderen al in groten getale over hun toekomst praten. Meer dan de helft (56 procent) van de ruim duizend respondenten in de leeftijd van 60 tot en met 75 jaar zegt het onderwerp te bespreken. Meestal gebeurt dit met de eigen partner (77 procent), maar ook kinderen (70 procent), vrienden (59 procent) en buren (23 procent) kunnen klankbord zijn. Een grote meerderheid (84 procent) ervaart deze gesprekken als nuttig.
Woonsituatie
Het meest besproken onderwerp is de woning. Maar liefst driekwart van de ouderen (76 procent) heeft het hierover. Wat opvalt, is dat één op de drie ouderen (33 procent) niet verwacht te hoeven verhuizen of de woning te moeten aanpassen. Een kwart (27 procent) denkt al over een levensloopbestendige woning te beschikken. 21 Procent voorziet wél aanpassingen te moeten doen, terwijl 19 procent wil verhuizen naar een geschiktere woning. Om de zelfstandigheid te behouden, wil driekwart gebruik maken van slimme technologie.
Zorg en ondersteuning
Van cruciaal belang voor zelfstandigheid zijn zorg en ondersteuning. Zes procent van de ouderen ontvangt op dit moment mantelzorg van vrienden of familie. Bijna een derde (29 procent) verwacht dit de komende jaren nodig te hebben. Vier procent maakt nu al gebruik van professionele zorgverleners. Bijna vier van de tien (38 procent) denken straks een beroep te moeten doen op professionele zorg.
Regionale activiteiten
De campagne ‘Praat vandaag over morgen’ speelt zichzelf de komende maanden volop in de kijker via televisie, dagbladen, tijdschriften en sociale media. Op de website Praatvandaagovermorgen.nl zijn tips, gesprekskaarten, video’s en ervaringsverhalen te vinden.
Naast de landelijke campagne organiseren de Seniorencoalitie, het Senioren Netwerk Nederland en Ouder Worden 2040 allerhande activiteiten en bijeenkomsten. De Seniorencoalitie, een samenwerking van ANBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, NOOM en SOMNL, organiseert een reeks lokale en regionale gesprekken voor zestigplussers. Provinciale ouderenbonden (KBO’s) verenigd in het Senioren Netwerk Nederland gaan dit en volgend jaar zo’n duizend lokale bijeenkomsten op wijk- en dorpsniveau houden.
Transformatie-agenda
Binnen het programma Ouder Worden 2040 werken burgers, publieke en private organisaties aan de transformatie-agenda voor een ouder wordende samenleving. “Als onderdeel van die agenda, waar we de afgelopen drie jaar al aan gewerkt hebben, willen we burgers jong en oud niet alleen bewust maken van de uitdagingen van een ouder wordende samenleving, maar ze ook handelingsperspectief geven”, zegt Philip Idenburg, managing partner van initiatiefnemer BeBright. “We zijn dan ook ontzettend blij dat minister Helder met het Praat vandaag over morgen-programma een impuls geeft aan de dialoog over die ouder wordende samenleving.”
Ouder Worden 2040
Om het bereik van deze dialoog te vergroten en een nog breder publiek te bereiken, gaat BeBright samenwerken met Dutch Health en Jaarbeurs. De partijen presenteren later dit jaar de invulling van hun gezamenlijke inspanningen. De inzet is wat Idenburg betreft hoog. “Naast het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het programma Wonen en Zorg voor Ouderen (WOZO), die beide zijn gericht op zorg-transformatie, werken we binnen Ouder Worden 2040 aan een ISA: een Integraal Samenlevingsakkoord.”