tanteLouise bevrijdt mensen met dementie

Huijsman Wijnen
Philip van de Poel
Philip van de Poel
14 maart 2024
7 min

Ouderen met dementie tot hun dood thuis laten wonen en dat met herwonnen kwaliteit van leven? Bij zorgaanbieder tanteLouise gebeurt het. “Wij leren mensen met dementie weer zelfstandig en zelfredzaam te zijn”, zegt bestuurder Jan-Kees van Wijnen. “Dat werkt zo goed dat de zorgvraag daalt.” De aanpak maakt school. Acht grote zorgorganisaties nemen het VanThuisUit-concept over. 

“Dankzij dit nieuwe zorgmodel wonen mensen die eigenlijk snel naar een verpleeghuis moesten twee jaar later nog steeds zelfstandig”, zegt Van Wijnen. Als vangnet is een intramurale plek nog beschikbaar, maar benadrukt Van Wijnen “de betrokken ouderen willen gewoon niet meer naar het verpleeghuis”.

Levensgeluk

“Onze filosofie is niet: we scheppen een fijne omgeving met een beetje zorg en wat technologie”, zegt hoogleraar Robbert Huijsman, tevens vicevoorzitter van de raad van toezicht van tanteLouise. “We willen levensgeluk brengen met een integrale, persoonsgerichte aanpak, gericht op reactiveren en enthousiasmeren. Dit maakt mensen weer zelfstandiger en zelfredzamer.”

Het VanThuisUit-model is schatplichtig aan het uit Scandinavië overgewaaide reablement-denken. Bij dit concept krijgen ouderen vaardigheden aangeleerd die hen in staat stellen om na een ziekte of ongeluk zelfstandig verder te leven. “Meer zelf doen is voor mensen met somatische problemen relatief eenvoudig”, zegt Van Wijnen. “Voor mensen met dementie is dat een stuk ingewikkelder. Toch kunnen mensen met dementie nog nieuwe vaardigheden aanleren. In de literatuur heet dat de cognitieve reserve. Die proberen we aan te spreken, zodat mensen zich ’s nachts zelf kunnen redden en hun eigen huishouden, boodschappen of persoonlijke verzorging kunnen doen.”

Zelfredzaamheid

Dat vergt het nodige van organisatie en personeel. “Bij onze benadering moet je er aan de voorkant meer energie in stoppen”, aldus Van Wijnen. “Dat krijg je aan de achterkant terug in de vorm van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. In eerste instantie zal de zorgvraag groter zijn. Om de mens achter de persoon met dementie te leren kennen, wil je medicatie afbouwen, met name bedwelmende psychofarmaca.”

“Vervolgens heb je een ingang en kun je kijken waar de kracht en motivatie van de betreffende cliënt ligt”, aldus Van Wijnen. “Op basis daarvan proberen we een context te scheppen waarin hij of zij zo goed mogelijk zelfstandig kan functioneren. Je hebt een stroming in de ouderenzorg die vindt dat je vooral aan reminiscentie moet doen. Oftewel: mensen terugbrengen naar vijftig jaar geleden, want daar hebben ze de meeste herinneringen aan. Wij zeggen: mensen moeten zich kunnen redden in het hier en nu.”

Geen codeslot

De uitgangspunten achter VanThuisUit verkende tanteLouise al uitgebreid binnen de intramurale setting. “Bij ons zitten mensen met dementie niet achter een codeslot, zoals op veel plekken in Nederland”, zegt Van Wijnen. “Ze hebben de vrijheid. Niemand wil achter slot en grendel zitten.”

Toen tanteLouise dit principe in 2014 voor het eerst toepaste, leidde dat tot gefronste wenkbrauwen. “Achter dat nieuwe gebouw liggen een drukke weg en een haven. In de lokale kranten werden we al beticht van onvoorzichtigheid. We hebben ook de IGJ een paar keer op de thee gehad. We moesten aantonen dat we het op een andere manier toch veilig maakten.”

Sociale omslag

Om die veiligheid te borgen, past tanteLouise een combinatie van technologische en sociale innovatie toe. “Dankzij GPS kan het personeel kan een bewoner op afstand volgen”, legt Huijsman uit. “Als iemand van de vaste route afwijkt, kun je een soort Amber Alert de wijk in sturen. We hebben een groep buurtbewoners bereid gevonden om een foto-sms te ontvangen als iemand langer dan normaal weg is. Het dus ook een sociale omslag.”

“We zijn in die tien jaar één keer geschrokken, omdat we iemand niet konden vinden”, blikt Van Wijnen terug. “Wat bleek? Die was gaan kaarten met vrienden in een horecagelegenheid waar de GPS niet goed werkte. Hij had gewonnen en dat moest gevierd worden.”

“Het is een kwestie van houding”, stelt Huijsman. “Niet gelijk allemaal in paniek raken als iemand soms even de weg kwijt is. Voorheen konden we een jaar over risico’s praten voordat we ook maar iets uitgevoerd hadden. Nu is het: 80 procent weten we, dus laten we het doen. Dan zie je dat het in de praktijk vaak reuze meevalt. En je kunt ook sneller zien wat er aangepast moet worden.”
“We denken niet langer in mogelijke risico’s, maar in aantoonbare risico’s”, zegt Van Wijnen. “Als aangetoond is dat er risico is dan houden we er rekening mee. Natuurlijk kan iemand met dementie over een stoeptegel vallen, maar dat kan iedereen overkomen.”

Progressieve ziekte

Dat klinkt allemaal mooi, maar dementie is en blijft een progressieve ziekte die mensen ernstig invalideert en uiteindelijk maar één uitkomst kent, namelijk het overlijden van de patiënt. “Normaal gesproken is dat zo”, zegt Van Wijnen. “Na opname in een verpleeghuis gaat de gezondheidsgrafiek stijl naar beneden. Mensen komen uiteindelijk te overlijden in een foetushouding. Binnen de zestien locaties die wij hebben, zijn geen afdelingen meer waar mensen zo overlijden. Bij ons gaat die lijn ook naar beneden, maar langzaam. Op een gegeven moment komt er een lichamelijk probleem zoals een longontsteking of hartstilstand waardoor mensen dan overlijden.”

Minder intramurale plaatsen

Waar tanteLouise nu nog vooral intramurale plaatsen heeft, zullen dat er in de toekomst waarschijnlijk substantieel minder zijn, verwacht Huijsman. “De zorgvraag gaat de komende jaren verdubbelen, dan is de vraag wie we moeten opvangen in het verpleeghuis? Voor mensen met ernstige lichamelijke beperkingen en sommige kwetsbare groepen moet er altijd nog een verpleeghuisplaats zijn. Maar ik geloof niet in politieke partijen die ZZP 2 en 3 willen revitaliseren. Dat kunnen we maatschappelijk niet meer dragen.”

“Het verpleeghuis komt er echt anders uit te zien. Het is niet langer ingericht op een verblijf van twee jaar, maar bedoeld voor kortdurende geriatrische revalidatie of levenseindezorg. Hoe we het ook wenden of keren: verpleeghuizen gaan er niet massaal bijgebouwd worden. Daar is geen geld voor en de arbeidsmarkt is er evenmin naar.”

Minder menskracht

Wat een oplossing als VanThuisUit volgens Huijsman maatschappelijk aantrekkelijk maakt, is dat het antwoord geeft op de vraag hoe meer cliënten te helpen met minder menskracht. Wat meer is: het maakt het werk in de zorg ook aantrekkelijker. Huijsman: “Medewerkers zijn helemaal klaar met louter taakgericht werken, het uurtje-factuurtje en de vijf minutenregistratie. Gestandaardiseerde taken en gestandaardiseerde momenten uitgevoerd door gestandaardiseerd personeel, dat is klassiek logistiek denken.”

“Maar een deel van deze omslag is dat personeel anders in hun werk komt te staan. Niet meer zorgen voor, maar zorgen dat. Doordat de cliënt nieuwe dingen leert, hoeft het zorgpersoneel niet meer van alles en nog wat uit te voeren. Bij deze benadering worden ze juist aangesproken op hun kracht.”

Opleiding en scholing

Omdat het model haaks staat op het traditionele zorgmodel waarin zorgvragers vaak zoveel mogelijk uit handen wordt genomen, is opleiding en scholing essentieel voor verdere uitrol. tanteLouise gaat met het oog hierop actief de boer op. “Met zorgkantoor CZ zijn we overeengekomen dat we een paar teams mogen samen stellen om andere organisaties te helpen”, zegt Van Wijnen.

“We hebben nu met Fontys Hogeschaal een eenjarige opleiding verpleegkundige active aging opgezet. Daarin leren verpleegkundigen hoe ze kunnen aansluiten bij de intrinsieke motivatie van die persoon met dementie. En hoe je die in een context kunt brengen waarin die weer zelf kan en wil leren. Nu organisaties uit heel Nederland mee gaan doen, kijken we hoe we de opleiding ook in Utrecht kunnen aanbieden.”

Net als zorgorganisaties en professionals moeten ook ondersteunende partijen bij toepassing van een concept als VanThuisUit nadenken over een nieuwe invulling van hun rol. Facility en logistiek horen daar wat Huijsman en Van Wijnen betreft expliciet bij.

Facility

Huijsman: “Als je het over de facility-kant hebt, dan is de vraag hoe een omgeving er idealiter moet uitzien voor mensen met dementie. Veel leveranciers zijn nog erg aanbodgedreven bezig, maar ook zij moeten af van bulk-denken en totaalconcepten, waar efficiency en lage prijs de belangrijkste parameters zijn. Ze moeten meer in een modulaire menukaart denken waar de behoeften en kenmerken van de eindgebruikers doorslaggevend zijn. Dat betekent dat ze per locatie of huis een puzzel moeten leggen en moeten meehelpen om een context te creëren waarin mensen zoveel mogelijk zelf kunnen doen, hoe klein ook.”

Voeding als feestje

“Met onze technologieleveranciers is het eigenlijk altijd eenrichtingsverkeer waarbij wij de vragende partij zijn”, aldus Van Wijnen. “We gaan dat nu omdraaien. We delen onze koers en vragen hoe de leveranciers daar op kunnen aansluiten. Eigenlijk zouden we dat ook met andere leveranciers moeten doen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar voeding: dat moet voor ouderen een feestje zijn. Bij het klaarmaken moet er diversiteit aan producten zijn, zodat mensen dat voor een deel zelf kunnen. Dus flexibiliteit in het productenaanbod in plaats van eenheidsworst.”

Huijsman wijst er erop dat het bij een nieuw concept als VanThuisUit niet iedere partij voor zich is, maar om een gecoördineerde gezamenlijke inspanning draait. “Ons concept is breed toepasbaar, maar hangt op het relationele. Zorg is een relationeel gebeuren, dat moet je met elkaar doen. Dus: hoe bouw je een community met cliënten, mantelzorgers, personeel, management en andere partijen. Dat vergt van iedereen lef en loslaten van risicomijdend gedrag.”

Robbert Huijsman en Jan-Kees van Wijnen gaven een keynote tijdens Zorg & facility van 9 tot en met 11 april 2024 bij Koninklijke Jaarbeurs in Utrecht.

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen