Juvoly ontwikkelde met AI spraakherkenning voor in de spreekkamer van de huisarts. Die heeft tijdens het consult de handen vrij voor de patiënt, na afloop belandt er automatisch een samenvatting in het dossier. Ontmoet de winnaar van de Nationale Zorginnovatieprijs 2024.
Ongeveer een jaar geleden oppert de vriendin van Thomas Kluiters dat het fijn zou zijn als er spraakherkenning voor in de spreekkamer zou komen. Ze studeert dan nog geneeskunde en is veel tijd kwijt met het bijhouden van patiëntdossiers.
Dat zet hem aan het denken. Een online zoektocht brengt hem in contact met huisarts Maarten Timmers. Die is net gestopt als CMIO in de huisartsengroep waar hij werkt en ziet het idee helemaal zitten. “Ik dacht meteen ‘daar moet ik bij zijn’. Later hoorde ik van Thomas dat ik niet de eerste was die hij had benaderd. Niet iedereen zag er iets in, daar begreep ik helemaal niets van. En nu, nog geen jaar later, werkt het gewoon.”
Kluiters en Timmers beginnen aan de basis. Juvoly ontwikkelt zelf spraakherkenning. Kluiters: “Wat ons uniek maakt, is dat we alles zelf bouwen. We zijn niet afhankelijk van cloud-providers om spraakherkenning aan te bieden.”
Geen opnames
Ook patiënten zijn er blij mee. Die vinden het prettig dat de huisarts meer tijd voor ze heeft. Belangrijk daarbij is dat Jovuly geen gesprekken opneemt. De software luistert mee, transcribeert en maakt een samenvatting. Daarna is het gesprek niet meer terug te luisteren. De privacy van de patiënt komt dus niet in het geding.
De eerste gebruiker is Timmers zelf. Hij werkt drie dagen in de week als huisarts en past het systeem direct toe in de spreekkamer. “De feedback loop was daardoor heel klein. Als ik ergens tegenaan liep, meldde ik dat bij Thomas en was het vaak dezelfde dag nog opgelost.”
Meer werkplezier
“Ik wilde gewoon dat mijn werk weer leuker werd en dat ik meer contact had met patiënten. En dat is gelukt. Wat onze innovatie uniek maakt, is dat we die echt voor de zorgprofessional ontwikkeld hebben. Het is één van de weinige innovaties waar zorgverleners zelf voor kiezen en die ze ook echt willen gebruiken omdat die het werk leuker maakt. We merken dat ook de wat oudere huisartsen er graag mee werken. Die zijn blij dat ze niet zoveel gegevens hoeven in te voeren.”
Juvoly bestaat zoals gezegd nu bijna een jaar. Het team bestaat nu uit zes mensen. Kluiters en Timmers hebben bij de start zelf geld ingelegd. Toen kwam er een flinke subsidie van het Fonds Achterstandswijken Rotterdam. Er zijn nu rond de 300 gebruikers, waarvan er steeds meer betalen voor het gebruik.
Betaalmodel
Kluiters: “Toen het aantal klanten ging groeien, werd het voor ons te duur om de software gratis te blijven aanbieden. AI kost nu eenmaal geld. Dat was voor de gebruikers helemaal geen probleem. Die drongen erop aan dat we een betaalmodel zouden maken. Dat hebben we gedaan. Er is een aantal grote zorggroepen dat hier helemaal in gelooft, die betalen vooraf om de uitrol over hun praktijk te financieren. Dat is voor ons natuurlijk heel prettig.”
Focus
Een tip voor andere starters? Net als Jelle Heisen zeggen ze ‘gewoon doen’. En ze zijn het met Christoff Heunis eens dat het gaat om de eindgebruiker. Waar ze ook op aandringen, is focus. Timmers: “Begin klein en richt je op één ding tegelijk. Wij richten ons nu nog echt op de huisartsen. Ik ben ervan overtuigd dat we straks ook in ziekenhuizen en in de ggz gebruikt worden, maar daar richten we ons nog niet op. We zijn nu eerst in overleg met HIS-leveranciers om onze software te koppelen aan alle gangbare systemen. Zodat de samenvattingen zonder extra handelingen van de huisarts in het dossier van de patiënt belanden.”
Spraakdata verzamelen
Wat gaan ze met het prijzengeld van 10.000 euro doen? Kluiters: “We willen meer spraakdata verzamelen van stemmen die je niet vaak hoort. Denk aan jongeren, ouderen, mensen met migratieachtergrond of mensen met spraakbeperkingen. We kunnen de gesprekken met patiënten niet gebruiken om het systeem te trainen omdat we ze niet opnemen. We huren dus geneeskundestudenten in die het leuk vinden om consulten na te spelen. Deze gesprekken kunnen we wel gebruiken om de spraakherkenning te verbeteren. En dat is nu eenmaal niet gratis.”
