‘Standaardisatie cruciaal bij digitale gegevensuitwisseling’

Digitale gegevensuitwisseling
Saskia Engbers
28 februari 2024
3 min

Zorgverleners moeten steeds vaker medische informatie over patiënten elektronisch delen. Waarom is dat in de praktijk nog vaak lastig? Stephanie Wijbrandts, directeur van Regionaal Elektronisch Netwerk (REN) West-Brabant, vertelt over de hobbels op het pad van digitale gegevensuitwisseling.

 Voor goede digitale zorg moeten zorgverleners en patiënten kunnen beschikken over actuele en volledige medische gegevens. Op dit moment is dat lang niet altijd het geval. Wijbrandts: “Dat komt doordat veel patiënten hun zorg niet op één plek halen, maar versnipperd over bijvoorbeeld de huisarts, het ziekenhuis, de thuiszorgorganisatie en de apotheek. Al die partijen hebben hun eigen systemen die niet automatisch met elkaar communiceren.

Sinds 1 juli 2023 geldt de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz). Deze verplicht zorgaanbieders om zorggegevens elektronisch uit te wisselen. “Databeschikbaarheid zou hiermee een boost moeten krijgen”, zegt Wijbrandts. “Maar daar zien we in de praktijk nog weinig van.”

Toestemming patiënt

Als directeur van Regionaal Elektronisch Netwerk (REN) maakt Wijbrandts zich sterk voor de databeschikbaarheid in West-Brabant. REN is een van de elf regionale samenwerkingsorganisaties (RSO’s) in Nederland. De RSO’s zijn ontstaan uit de behoefte aan een neutrale partner die de digitale gegevensuitwisseling tussen ziekenhuizen, VVT’s, huisartsen en apotheken in de regio’s bevordert.

“We werken met het model Twiin”, vertelt Wijbrandts. “Dat neemt belemmeringen bij het uitwisselen van medische informatie stap voor stap weg. Vaak zijn het hele vanzelfsprekende zaken die toch niet op orde blijken. Neem de patiënttoestemming. Als die ontbreekt, is gegevensuitwisseling niet toegestaan, tenzij er een spoedsituatie is.”

Adresboek van zorgaanbieders

Ook een ontbrekend landelijk adresboek van zorgaanbieders is zo’n belemmerende factor. “Andere West-Europese landen beschikken over zo’n adresboek”, weet Wijbrandts. “Nederland is in dat opzicht het slechtste jongetje van de klas. Dat komt doordat de zorg in ons land een vrije markt is. Wie toevallig met hetzelfde systeem werkt, heeft hetzelfde adresboek. Maar werk je met een ander systeem, dan heb je pech. Dan is er zelden een koppeling.”

“Dan kan het gebeuren dat een patiënt na een knieoperatie naar de apotheek gaat om antibiotica te halen. Daar vragen ze zich af: moeten we, naast de antibiotica, ook de standaardmedicatie voor hoge bloeddruk meegeven? Of is er een aanpassing vanwege de operatie? De medewerker van de apotheek wil dat even overleggen met de medisch specialist, maar heeft geen telefoonnummer. Vanaf dat moment begint er een zoektocht:. Hoe is de arts te bereiken die de patiënt geopereerd heeft? Zorgaanbieders die aan het Twiin-afsprakenstelsel voldoen, kunnen gebruikmaken van het landelijk zorgaanbieders-adresboek. Daarmee kunnen ze de contactgegevens van de betreffende arts eenvoudig opzoeken.

Dezelfde taal spreken

Wijbrandts verwacht dat de 23 West-Brabantse zorginstellingen die tezamen REN vormen, per 31 december 2026 allemaal voldoen aan het Twiin-afsprakenstelsel voor gegevensuitwisseling. Of vanaf dat moment alle obstakels zijn verdwenen, is nog afwachten.

“Huisartsen, specialisten, verpleegkundigen en andere zorgverleners hebben geen uniforme manier van registreren. Elk specialisme is op een eigen manier geschoold. Zo registreren ziekenhuizen rondom diagnose en behandeling, terwijl bij thuiszorgorganisaties het welzijn van de cliënt centraal staat bij de registratie. Om digitaal samen te werken, zullen alle zorgverleners zoveel mogelijk dezelfde taal moeten spreken.”

Bedden onnodig bezet

“Standaardisatie is cruciaal bij digitale gegevensuitwisseling in de regio”, vat Wijbrandts samen. “Niet alleen voor de samenwerking, maar ook om te voorkomen dat de zorg failliet gaat. Ziekenhuizen kampen bijvoorbeeld met het probleem dat patiënten die allang naar huis of naar een verpleeghuis kunnen, bedden bezet houden. Als het gaat om dertig bedden, betekent dat ook dat er een beroep wordt gedaan op twintig tot dertig fte’s. Dat zijn medewerkers die je met het huidige personeelstekort helemaal niet kunt missen.”

“Om de doorstroom naar huis of naar het verpleeghuis te versnellen, moeten de logistiek en de onderlinge informatie-uitwisseling op orde zijn. Het ziekenhuis moet weten welk verpleeghuis plek heeft of welke hulp er al voor thuis geregeld is. Als je die informatie standaardiseert, heb je met één druk op de knop een antwoord op die vraag. Nu kost het vaak nog eindeloos veel tijd om daarachter te komen via bellen, dubbel registreren en informatie overtikken. Er is nog een lange weg te gaan.”

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen