Marjo Vissers, VGZ: ‘Gedwongen opschaling innovatie werkt niet’

VGZ Zinnige zorg
Philip van de Poel
Philip van de Poel
02 mei 2023
6 min

Zinnige Zorg is geen kwestie van hier en daar een projectje. Maximale impact, dat is wat Coöperatie VGZ met het gelijknamige netwerk beoogt. Politiek heeft VGZ de wind in de rug. Onder de noemer ‘passende zorg’ is het concept terug te vinden in het Integraal Zorgakkoord (IZA). VGZ koestert daarnaast de geleerde lessen van zes jaar Zinnige Zorg. Dwang werkt niet, dialoog wel. Klinische koplopers zijn cruciaal, onderzoek is de eerste stap naar schaal en verschil is er om van te leren.

Twaalf ziekenhuizen, vier ggz-instellingen en drie V&V-aanbieders telt het Netwerk Zinnige Zorg inmiddels. Dat worden er als het aan VGZ ligt de komende tijd meer. Marjo Vissers, voorzitter raad van bestuur VGZ:  “We willen alle aanbieders samenbrengen die met innovatie echte impact willen hebben op passende zorg. Dus niet een projectje hier of daar. Het vergroten van de oplossingscapaciteit in de zorg, dat is de ambitie van ons netwerk.”

Zinnige zorg

Wat is Zinnige Zorg? De uitgangspunten klinken bedrieglijk eenvoudig. Betere zorg voor de patiënt tegen lagere kosten, gebaseerd op de ideeën van zorgverleners. “We leveren in Nederland nog steeds veel zorg, omdat we gewend zijn het altijd al zo te doen”, constateert Vissers. “Maar als je de zorgverlener en de patiënt betrekt, krijg je een andere dynamiek. Er worden dan andere keuzes gemaakt. Als de patiënt goed geïnformeerd is, zal een behandelaar niet inzetten op wat kan, maar op wat past voor die patiënt.”

Behandelgesprek

Nog niet zo lang geleden was het idee om de burger een grotere stem te geven taboe in beleidskringen. Calculerend en veeleisend als hij was, zou de burger altijd het onderste uit de kan willen halen, met een kostenexplosie als voorspelbaar gevolg.

“Er is geen burger die denkt: ik ga eens lekker naar de dokter”, reageert Vissers. “Die burger gaat alleen als het nodig is. Natuurlijk wil de huidige patiënt geregeld dat alles uit de kast komt. En als de patiënt dat niet wil, dan wil de naaste het wel. Daarom is het echte gesprek over wat een patiënt belangrijk vindt zo belangrijk. Maar dat kost tijd. Op het moment dat je wel financiert voor behandeling maar niet voor de tijd om behandelingen goed tegen elkaar af te wegen, krijg je ook behandeling.”

Geen opgelegd referentiekader

Tegenover dit soort ingebakken reflexen stelt VGZ een groeiend aantal good practices. Allemaal dragen ze op een eigen manier bij aan kwaliteit, betaalbaarheid en optimalisering van de capaciteit. Door onderlinge uitwisseling te bevorderen, probeert VGZ deze goede voorbeelden op te schalen.

Geen sinecure in het versnipperde Nederlandse zorglandschap, waarin vaak nog een sterk not invented here-sentiment heerst. Eén ding weet Vissers zeker: “Gedwongen opschaling werkt niet. Wat wel werkt, is in gesprek gaan op basis van good practices of een benchmark. Zeker als het om bewezen good practices gaat, zou het mooi zijn als het Zorginstituut zulke benchmarks aanlevert. Maar ook een benchmark is altijd het startpunt van een gesprek. Het is geen opgelegd referentiekader.”

Plaatselijke context

Een andere les is dat schaalbaarheid niet hetzelfde is als uniformiteit of een one size fits all. “De tendens is nu om alles gelijk gericht te doen en dus om zo ongeveer hetzelfde te doen”, verduidelijkt Vissers. “We hebben gezien dat je juist erg moet aansluiten bij de plaatselijke context. Natuurlijk probeer je dingen met echte impact op veel plekken te implementeren. Maar een innovatie moet passen bij een regio, populatie of zorgpad. Juist in die verschillen zit de kans om te verbeteren. Ook belangrijk is dat je altijd op zoek gaat naar echte koplopers. Het heeft weinig zin om iets te implementeren als er geen dokters zijn die zich daar hard voor willen maken.”

Digitale zorg

Bij de veelheid van verbeterplannen en ideeën, hebben digitale innovaties bij VGZ een streepje voor. De reden is simpel: impact. “Als je zorg digitaal aanbiedt, wordt je oplossingsgraad vele malen groter”, zegt Vissers. “Kijk bijvoorbeeld naar zoiets als de digitale poli van GGZ Oost-Brabant. De gemiddelde behandelduur is daar 0,7 jaar, tegen 2,3 jaar in een traditionele setting. Maar belangrijker nog: je kunt patiënt aan de ene kant van het land helpen met capaciteit aan de andere kant van het land.”

VGZ staat de deelnemers van het Netwerk Zinnige Zorg met raad en daad terzijde. “Wij kijken welke hulp we kunnen bieden. Dat kan zijn met het meten van effecten of met de bedrijfsvoering. Maar we gaan het samen doen. Wij zetten niet een zakje geld neer en we horen wel hoe het gaat. Wij doen het samen, want dan leren wij er ook van voor andere plekken.”

Wederzijds belang

Samen doen, betekent in het kader van Zinnige Zorg ook letterlijk samen werken. Innovatieconsultants en innovatieteams van VGZ ondersteunen instellingen bij het opzetten en uitwerken van innovatieve ideeën tot good practices en FIT-initiatieven. “In het begin vonden zorgaanbieders dat best wel spannend”, memoreert Vissers. “Maar op enig moment merkten ze dat we echt een wederzijds belang hebben. Zij plukken de vruchten van innovatie en wij krijgen zicht op wat wel en niet werkt.”

Inkoopbeleid

Als inkoper van zorg is het niet meer dan logisch dat VGZ ook financiële instrumenten inzet. “We zoeken op maat naar wat werkt in een bepaalde instelling. De good practices nemen we mee in onze inkoopkoffers. Zeker als een instelling echt op een andere manier wil behandelen en daarmee impact wil maken, maken we contractafspraken die daar ruimte voor geven. Bij anderen hebben we kleine innovatiebudgetten afgesproken. Dit om dokters en verpleegkundigen net een klein zetje in de rug te geven.”

IZA

Zelf heeft VGZ ook een zet in de rug gehad nu een groot deel van het gedachtegoed rond Zinnige Zorg is geland in het Integraal Zorgakkoord. “Het voelt als meewind”, reageert Vissers. “Toen we merkten dat de term zinnige zorg in het hoofdlijnenakkoord stond, hadden we al een klein feestmoment.”

“We hebben in het begin tegen de stroom in moeten roeien. We kozen expres voor de term ‘zinnige zorg’ omdat we discussie wilden. Maar dat heeft ook negatieve aandacht opgeleverd. Alsof er zoiets als onzinnige zorg bestaat, was de kritiek. In het IZA wordt het ‘passende zorg’ genoemd. Dat is bestuurlijk een wat rustiger term, maar voor ons gevoel is het nog steeds hetzelfde. Daar zijn we content mee, want zo krijg je echt stuwing op dit begrip.”

Patiënt is geen lijdend voorwerp

Toch kan dit de perceptie bij een deel van het publiek niet wegnemen dat het om een bezuiniging draait, ongeacht of het om ‘zinnige’ of ‘passende’ zorg gaat.

Om die reden besteedt VGZ extra aandacht aan draagvlak bij de burger. “We zijn geneigd te snel voor de burger te denken”, stelt Vissers. “De patiënt speelt een hoofdrol en is meer dan een lijdend voorwerp. De patiënt loopt door alle zorgpaden, gebruikt al die apps en moet in shared decision aangeven of hij of zij genoeg informatie heeft om een keuze te maken.”

“Zinnige zorg moet daarom altijd rond de patiënt georganiseerd zijn. Daarover voeren we het gesprek. We houden dialoogtafels, waar de burger het ons mag vertellen. We nodigen ze uit in ons UX-lab. We laten ze bij wijze van spreken aanmodderen om te zien waar ze afhaken, waar ze gefrustreerd van worden, hoe ze zoeken en wat ze verkeerde termen vinden… We weten ze misschien nog niet altijd te bereiken, maar het begint met ernaar te vragen. Zo moeilijk is het niet.”

Om de initiatieven rond Zinnige Zorg en digitalisering een extra impuls te geven heeft VGZ zich aangesloten bij  Dutch Health Hub. De komende weken volgen op Dutch Health Hub een aantal voorbeelden van veelbelovende innovaties. Lees vanaf volgende week het artikel over de digitale poli van GGZ Oost Brabant.

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen