Zonder daadkrachtige digitalisering loopt de Nederlandse zorg de komende jaren vast. Dat constateert bestuursvoorzitter David Jongen van Zuyderland. Conservatisme en ingesleten werkwijzen remmen innovatie echter af. Om over de grillen van leveranciers nog maar te zwijgen: “Sommigen trekken zo de stekker eruit. Onbestaanbaar, maar het gebeurt gewoon.”
“De komende vijf à zes jaar staan we voor de spannendste fase in de Nederlandse zorg ooit”, stelt Jongen. “De zorgvraag blijft maar toenemen, terwijl de capaciteit qua mensen en financiën begrensd is. De komende tien jaar gaat 30 procent van ons personeel met pensioen. We gaan vastlopen. Sterker nog: we lopen in het Zuyderland al vast. We hebben al het hele jaar twee operatiekamers dicht, omdat we de mensen niet hebben. Dat leidt tot wachtlijsten. Op termijn misschien zelfs tot zorg die niet geleverd kan worden. De wal gaat het schip keren als we niet vol inzetten op onder meer digitalisering en AI.”
Moeizame uitrol
Aan die inzet schort het volgens Jongen nog altijd in de zorg. “Er zijn veel pilots, veel experimenten. Maar landelijk grootschalig uitrollen gaat moeizaam. Ik werkte begin jaren nul bij de gemeente Den Haag. Daar kon je destijds al digitaal trouwen. Om gegevens voor alle gemeentelijke producten beschikbaar te maken, werd er heel bewust gezocht naar manieren om ze één keer te registreren. Daarmee vergeleken loopt de zorg nog altijd enorm achter.”
Conservatieve cultuur
Gevraagd naar het waarom, haalt Jongen op de cultuur in de sector aan. “Ik zie veel conservatisme en ingesleten werkwijzen. Processen zijn ingewikkeld. En patiënten hebben vaste verwachtingspatronen. Het gaat over gezondheid. Dat komt heel dicht bij mensen. Dan zul je een dokter achter een beeldscherm treffen in plaats van in de spreekkamer… Dat zijn mensen niet gewend.”
Landelijke standaarden
Na de mislukte invoering van het landelijk EPD in 2010 heeft de overheid het initiatief voor verdere digitalisering nadrukkelijk bij het veld gelegd. Na jaren vaak vruchteloos overleg klinkt de roep om meer overheidsregie steeds duidelijker. Wie is in Jongens optiek aan zet: Den Haag of de ziekenhuizen? “De overheid moet vooral zorgen voor standaardisering. Dat loopt nu redelijk. Eén landelijke infrastructuur en één landelijk EPD zouden nog altijd ideaal zijn. Maar we moeten het in de regio en individueel zelf doen en niet gaan wachten tot het kabinet een keer met wat komt.”
Vorming RSO is taai proces
Digitalisering op regionaal niveau kan niet zonder een passend een organisatorisch vehikel. Daartoe zijn in den lande regionale samenwerkingsorganisaties (RSO’s) opgetuigd. Zo ook in Zuid-Limburg. Een taai proces, erkent Jongen. “Het gaat niet hard, maar we zetten stapjes. In oktober hebben we de samenwerkingsovereenkomst getekend. Daar hebben we vier jaar over gepraat. Iedereen heeft zijn eigen visie op wat moet en past. Niemand heeft doorzettingsmacht. Het gaat over vertrouwen over en weer, want het kost gewoon geld. Je moet het vertrouwen hebben dat je samen stappen kunt zetten en dat je geen geld verbrandt zonder resultaten. Ik hoop dat we eind dit jaar de eerste gegevens kunnen gaan uitwisselen. Dan zijn we dus vijf, zes jaar verder.”
Exit SAP-Cerner
Alsof deze intra-organisatorische perikelen al niet genoeg bestuurlijke aandacht vergen, ziet Jongen zich ook in eigen huis voor een cruciale keuze gesteld. Doordat aanbieder SAP-Cerner zich terugtrekt uit de Nederland, moet Zuyderland noodgedwongen omzien naar een nieuw EPD. Des te wranger wanneer bedacht wordt dat Zuyderland nog maar zeven jaar geleden met SAP een moeizame EPD-implementatie doormaakt.
“Wij moeten schakelen, want SAP houdt er in 2026 mee op. Dan hebben we gewoon geen EPD meer, Toen SAP een jaar of vijf geleden aan Cerner werd verkocht, waren we nog met zeven Nederlandse ziekenhuizen. Nu zijn we met Maastricht UMC+ de laatsten der Mohikanen.
Om een next generation SAP te maken, hebben we twee jaar bijna tot op het hoogste niveau van Cerner om de tafel gezeten. Maar uiteindelijk bleken ze niet meer geïnteresseerd in Nederlandse markt. Dat is verdomd jammer, want wat je ook over het gebruikersgemak kunt zeggen, wij zijn hier in huis best tevreden.”
Philips trekt stekker eruit
De grillen van de markt haalden vorig jaar ook Cerner in. ‘s Werelds grootste EPD-leverancier werd in juni voor bijna 30 miljard dollar overgenomen door Oracle. Afgezet tegen zulke bedragen is een Nederlands ziekenhuis niet meer dan een dwerg. Maar ook leveranciers dichter bij huis kunnen een zorgaanbieder flink in de kou zetten, getuige het voorbeeld van Philips Vital Health. Bij de recente reorganisatieronde sneuvelde ook het bedrijfsonderdeel dat in 2017 nog met de nodige bombarie was opgekocht. “Je krijgt gewoon een mailtje met de boodschap: wij stoppen eind 2024 met Vital Health”, vat Jongen zijn ervaring samen. “Klaar, stekker eruit, dus kunnen we weer op zoek naar een nieuwe leverancier. Ik vind dat onbestaanbaar, maar het gebeurt gewoon.”
Dit besef van kwetsbaarheid kleurt ook de besprekingen over een nieuw EPD. “We hebben nu 44 miljoen euro geleend bij de bank, vier-en-veertig miljoen! En dan mag je kiezen tussen ChipSoft en Epic. Je staat met de rug tegen de muur. Je gaat zo van de verliefdheidsfase het huwelijk in, waarbij je je voor vijftien jaar aan elkaar verbindt.”
Actieplan Kuipers
Van het door minister Kuipers aangekondigde actieplan voor een ‘eerlijker en transparantere EPD-markt’ verwacht Jongen vooralsnog niet veel. “Wat zou dat moeten opleveren? Ik verwacht niet dat er op korte termijn een derde of vierde partij opstaat, die een volwaardig EPD kan bieden.”
Toegevoegde waarde PGO
Meer zeggenschap van de burger over eigen digitaal dossier kan wellicht tegenwicht bieden aan de leveranciers. De introductie van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO), waar iedere burger blijkens het Integraal Zorgakkoord (IZA) in 2025 over moet kunnen beschikken, lijkt een stap in deze richting. “Het idee op zich vind ik goed”, reageert Jongen. “Als inwoners hun medische data in een eigen PGO beheren en er echt iets mee doen, kan het toegevoegde waarde hebben. We zijn er in het Zuyderland nu ook mee bezig. Patiënten kunnen via de PGO hun dossier bij ons ophalen. Maar het probleem is dat er nog altijd veel verschillende leveranciers zijn, die allemaal met ons moeten koppelen.”
Vragen stellen met AI
Zo zijn er meer digitale toepassingen die nog fikse aanloopproblemen kennen. AI is er zo een. “Daar zit muziek in”, aldus Jongen. “Met de andere zes mProve-ziekenhuizen hebben we nu de data van 1,6 miljoen inwoners op een eigen platform bij elkaar gebracht. Dat is 17 procent van de bevolking. In die data zit enorm veel potentieel. Maar het kost ook enorm veel energie en moeite om de goede vragen te stellen. Dat zijn we in de zorg niet gewend.”
Digitale innovatie
Toch verdienen initiatieven als deze de ruimte, vindt Jongen. Die dreigt te worden ingeperkt door de verantwoordingsmachinerie in de zorg. “Wij verwachten in Nederland honderd procent kwaliteit. Alle mogelijke calamiteiten en missers moeten uitgesloten zijn. Op zich een goed streven, maar we schieten door. Dat remt ook de toepassing van AI. We moeten via een meer pragmatische insteek met digitale innovatie aan de slag, want nu gijzelen we elkaar.”
David Jongen trad in 2023 op als keynote-spreker tijdens Zorg & ICT. In 2024 vindt Zorg & ICT plaats op 9, 10 en 11 april. Ook komend jaar zijn er weer volop inspirerende sprekers. Meer informatie vind je hier.