Voor de uitwisseling van gegevens in de spoedzorg worden nog documenten ingescand, gaan papieren verwijzingen met de patiënt mee en wordt er zelfs nog gefaxt. Miranda Vos, klinisch informaticus bij het LUMC, ontwikkelde vanuit haar post-master Klinische Informatica aan de TU/e een routekaart voor het uitbreiden en verbeteren van digitale gegevensuitwisseling in de spoedzorg.
Er was al langer de wens om de verwijzing van de huisartsenpost naar de spoedeisende hulp te digitaliseren. “Met deze concrete implementatie ben ik aan de gang gegaan in een regionaal project met het LUMC, het Alrijne ziekenhuis, huisartsenpost de Limes, regionale samenwerkingsorganisatie Sleutelnet en Netwerk Acute Zorg West. Er zijn gezamenlijk regionale werkafspraken gemaakt, zodat de huisartsenpost niet per ziekenhuis weer te maken heeft met andere instructies. Die zijn nu allemaal regionaal georganiseerd.”
Digitale gegevensuitwisseling
Waar moet je aan denken als je een project opstart rond digitaal gegevens uitwisselen in de spoedzorg? In een bijlage bij de routekaart legt Vos duidelijk uit wat de toegevoegde waarde is van initiatieven tot digitale gegevensuitwisseling in de spoedzorg. “Goede samenwerking in de regio is erop gericht om de onderdelen van de zorgketen goed op elkaar aan te laten sluiten en de kwaliteit te bewaken en te verbeteren. Hiermee krijgen zorgverleners en patiënten toegang tot optimale en innovatieve zorg.”
De routekaart geeft vorm aan de stappen voor de komende tijd. “Met welke spoedketenpartners wil je stappen zetten? Denk bijvoorbeeld aan de ambulance, huisartsen, de GGZ maar ook uitwisseling tussen ziekenhuizen. Belangrijk is dat er een landelijke richtlijn gegevensuitwisseling acute zorg is, met daarin informatiestandaarden. Als een ambulance vanuit Brabant naar Leiden komt, kan deze zo nog steeds gegevens digitaal doorsturen.”
Digitale vooraankondiging
De implementatie van de digitale verwijzing van de huisartsenpost naar de spoedeisende hulp in de Leidse regio werkt nu echt in de praktijk, stelt Vos trots.
“Technisch gezien kunnen alle huisartsenposten in Nederland naar ons verwijzen als ze gebruikmaken van de landelijke informatiestandaard. Eerst ging een patiënt met een papieren verwijzing naar de SEH. De SEH kon zich daarom niet altijd goed voorbereiden op de komst van de patiënt. Gegevens moesten worden gescand en daar was niet altijd tijd voor. Daardoor waren die gegevens niet direct inzichtelijk.
Dankzij de digitalisering krijgt de SEH een digitale vooraankondiging. Als een patiënt vanuit de huisartsenpost naar het ziekenhuis gaat, kunnen zorgverleners op de SEH dat meteen in het systeem zien. Dan kunnen ze ook gelijk voorbereidingen treffen, zodat er genoeg zorgverleners zijn of eventueel specialisten inroepen die bijvoorbeeld niet altijd op de SEH rondlopen.”
Patiëntreis
Het proces is dus sneller en efficiënter geworden en gegevens staan ook direct in het dossier van de patiënt, gaat Vos verder. Ook de eventuele metingen die de huisarts heeft gedaan, zijn direct beschikbaar. “Je gaat dus echt de patiëntreis zien. Je kunt bijvoorbeeld de bloeddruk die de huisarts heeft geregistreerd naast de metingen in het ziekenhuis leggen. Zo krijg je echt een geïntegreerd gebruiksvriendelijk proces.”
Praktijkervaring meenemen
Vos was heel blij dat ze met haar afstudeerproject kon werken aan de implementatie van de gegevensuitwisseling. “Zo werd het gelijk heel tastbaar en konden we meteen de praktijkervaringen meenemen. Je kon meteen op de werkvloer zien wat er wel en niet werkte.”
“We hebben in de praktijk gezien hoe belangrijk het is om instructies zo op te stellen dat alle zorgverleners die begrijpen. Van het secretariaat, de verpleegkundigen die in de nacht inschrijven tot de artsen en de studenten die op de SEH werken. Je hebt dus een hele diverse groep collega’s te maken. Hoe bereik je die allemaal? Hoe krijgen ze allemaal vertrouwen in het systeem? Het is heel waardevol geweest dat ik dat heb kunnen meemaken in de praktijk. Deze kennis kan ik weer meenemen bij een volgend initiatief.
Radiologie
De routekaart heeft zes stappen. “De eerste fase, waarin we nu zitten, is verder onderzoeken of we de oplossing die we hebben neergezet kunnen opschalen. Zo kijken we nu bijvoorbeeld of de verwijzing vanuit de huisartsenpost ook naar de radiologie kan worden gestuurd. Patiënten gaan namelijk nog steeds met een papieren verwijzing naar de radiologie.”
“Elke afdeling heeft zijn eigen werkprocessen. Je moet dus eigenlijk elke keer weer terug naar de tekentafel om het proces goed in kaart te brengen en te inventariseren hoe we verder kunnen. Ik durf te stellen dat we veel hebben aan de visie en routekaart die ik heb ontwikkeld.”
Stoppen met faxverkeer
Wat ziet Vos het liefst verder nog gebeuren de komende jaren? “Het faxverkeer moet eruit. Alles moet zoveel mogelijk digitaal verlopen. Maar digitaal is nog niet altijd optimaal. Als je een overdracht krijgt opgestuurd via de beveiligde e-mail, is dat al veel beter dan via de fax of op papier met een patiënt mee. Het allermooiste is dat je informatie geïntegreerd ontvangt in je systeem op basis van een koppeling en dat je op die manier de informatie kunt uitlezen.”
Opvragen van gegevens
Een grote uitdaging is dat veel uitwisselingen van gegevens vandaag de dag gebaseerd zijn op actieve uitwisseling, stelt Vos. Het versturen van gegevens gaat steeds beter, maar bij het opvragen van gegevens ligt nog wel een uitdaging. “Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die op de SEH komt en die niet goed aanspreekbaar is. Als die patiënt een lange medische voorgeschiedenis heeft, kan dat belangrijk zijn voor de arts. Is de patiënt bekend bij een ander ziekenhuis? Van welke medicatie wordt gebruik gemaakt? Heeft de patiënt allergieën of zijn er bepaalde behandelaanwijzingen? Die informatie is nog niet gemakkelijk op te halen. Ook toestemming speelt hierbij een grote rol. Er is veel winst te behalen als je gegevens in de spoedzorg kunt inzien.”
“Landelijk gezien is daar nu een wetsvoorstel voor in voorbereiding. In een acute situatie wil je als zorgverlener bij patiëntgegevens kunnen, ook als de patiënt niet vooraf toestemming heeft vastgelegd bij de eigen huisarts. Patiënten verbazen zich er ook over dat gegevens vanuit andere zorgverleners niet beschikbaar zijn in op de spoedeisende hulp.”
Ruimte voor verbetering
Vos ziet nog veel ruimte voor verbetering. “Hoe zorgen we voor beschikbaarheid van gegevens? Daar zijn nog stappen te zetten. Dan denk ik aan wet- en regelgeving, maar ook aan hoe je het technisch gaat realiseren en juridisch kunt borgen.”