‘Zorg­pres­ta­tie­ mo­del kan zorginfarct beperken’

Zorgprestatiemodel zorginfarct
Maaike Zweers
Maaike Zweers
22 februari 2023
5 min

Het zorgprestatiemodel dat nu ruim een jaar draait in de GGZ zorgt voor onduidelijkheid. Petra de Leede van P5COM snapt de verwarring en noemt die onwenselijk. Tegelijk is het systeem volgens haar een kans om de ggz-zorg efficiënter in te richten. De eerste stappen: minder vergaderen en slimmer rapporteren.

Het zorgprestatiemodel verving per 1 januari 2022 de DBC’s als financieringsmodel in de ggz. Voor die tijd konden behandelaren zelf registreren hoeveel behandeltijd ze gemaakt hadden en hoeveel indirecte tijd daarbij kwam. Dat gaat niet meer. Per behandeluur bepaalt het zorgprestatiemodel hoeveel indirecte tijd er bovenop komt.

Grote verliezen in ggz

Eind vorig jaar publiceerde de NZa een onderzoek waaruit blijkt dat veel ggz-aanbieders in 2022 grote verliezen lijden. Die worden mede-veroorzaakt door de invoering van het zorgprestatiemodel.

Petra de Leede is projectdirecteur bij P5COM. Voordat ze daar begon, werkte ze dertien jaar in de ggz. Eerst in het primair proces, de laatste jaren was ze eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering een heel aantal klinieken. Tegenwoordig assisteert ze veel ggz- organisaties die moeite hebben om het zorgprestatiemodel te implementeren.

Ook zij ziet de problemen.  De Leede: “Ik snap dat de ggz het zorgprestatiemodel als een groot probleem ervaart, maar er is een groter probleem op komst en dat is het zorginfarct. Daar zou iedereen meer mee bezig moeten zijn. Nu blijkt pas hoeveel indirecte tijd er altijd is gemaakt. En daar kunnen we wat aan doen. Zodat er meer tijd overblijft om cliënten te behandelen. Dat vind ik ook een kans.”

Zorg­pres­ta­tie­mo­del beloont balans

Het zorgprestatiemodel beloont de betere balans tussen directe en indirecte tijd.  Behandelaren zien nu duidelijk hoeveel indirecte tijd ze hebben. Het beperken ervan begint bij het verminderen van het grote aantal tijdrovende overleggen.

De Leede: “Er zijn in de loop der tijd steeds meer overleggen bij gekomen waar vaak te veel mensen aan deelnemen. En dat is allemaal indirecte tijd. Dat is met reden zo gegroeid, maar niet altijd effectief. Je kunt dat als behandelaar natuurlijk niet in je eentje veranderen. Je kunt niet zeggen dat je zomaar een aantal overleggen gaat skippen. Daarvoor moeten systemen worden aangepast. Wat je wel kunt doen, is aan de bel trekken.”

GGZ fi­nan­cie­ring

“Ik ben nu bij een organisatie betrokken, daar zijn twee teams die vóór de invoering van het zorgprestatiemodel allebei financieel rendabel waren. Het ene team doet het nu financieel heel goed, het andere gaat onderuit. Het team dat de zorgverlening efficiënt heeft ingericht, wordt beloond. Bij een MDO zitten in dat team maar drie mensen. Dat andere team vergadert altijd met twaalf personen over één cliënt. Van die twaalf mensen kennen er acht de cliënt niet.”

“Het zorgprestatiemodel geeft een impuls om hiernaar te kijken. Je moet er wel voorzichtig mee zijn. Drie is misschien een beetje te weinig. Je loopt dan het gevaar van tunnelvisie. Misschien moet dat team met vier gaan overleggen om er altijd een luis in de pels bij te hebben. Maar twaalf is wel veel.”

Dure rapportages

Niet alleen de overleggen zorgen voor veel indirecte tijd.  Ook de rapportages vreten uren. De Leede: “Ik heb het weleens uitgerekend bij een ggz-organisatie. Een behandelaar is zo’n 180 uur per jaar bezig met rapportage. Reken dat maar eens uit over een ggz-organisatie die 1.000 man in dienst heeft. Dat zijn echt bakken met uren, in die tijd zou je zoveel meer cliënten kunnen helpen.”

“En je hoeft de kranten maar open te slaan en je ziet de berichten van huisartsen die overbelast zijn. Toch krijgen ze van de ggz voor iedere patiënt een ontslagbrief van drie tot vijf kantjes. Ik vraag me af of artsen daaraan toe komen. Er zitten allemaal professionals brieven te schrijven die haast niemand leest. Dat moet anders. En het kan anders.”

Ik zou het goed vinden om sessies met huisartsen en ggz-aanbieders te organiseren over wat de huisarts echt nodig heeft aan informatie. Misschien kan het met een formulier. Of kijk naar je EPD en maak je rapportage  als een query. Is het somatisch ja of nee, dan komt er een veld en dat kun je invullen. Je hoeft dan minder na te denken.

Indirecte tijd

Niet alleen voor behandelaren, ook voor organisaties is er onduidelijkheid. “Die weten niet goed hoe ze moeten sturen op declarabiliteit. Hoe weet je dat je on track bent met de begroting? Je kunt dat als leidinggevende niet meer zo gemakkelijk zien. Je kunt dan wel zien dat er behandeluren gepland zijn, maar het maakt uit of het bijvoorbeeld diagnostiekuren zijn, groepsconsulten of behandeluren.”

“Het tarief dat automatisch wordt berekend voor indirecte tijd is zoals gezegd steeds anders. Voor een uur hoog-specialistische zorg kan dat zomaar 50 procent hoger zijn dan voor een minder intensieve behandeling. Vroeger had je gewoon 85 procent, daar kon je behandelaren op aanspreken. Nu denken ze vaak ‘ik ga behandelaren niet lastig vallen met cijfers waar ik zelf heel onzeker over ben’. Dat snap ik. Maar er wordt dus niet gekeken of de organisatie rendabel genoeg is.”

Slim dashboard zorg­pres­ta­tie­mo­del

Om goed te kunnen sturen, ontkom je als ggz-instelling niet meer aan een slim dashboard. “Alleen dan kun je nog zien of je boven of onder de streep zit.  Zo’n dashboard is ingewikkeld, simpele oplossingen zijn er niet. Het is een rekenklus.”

Cul­tuur­as­pect

“Maar er zit ook een cultuuraspect aan. Hoe stuur je en hoe houd je behandelaars verantwoordelijk? Veel organisaties hebben zelforganisatie omarmd. Daar past niet bij dat de leidinggevende aangeeft dat mensen onder de norm zitten en dat ze dus harder moeten werken. Hoe ga je dat dan doen? Het gaat er dan veel meer om dat je als team gaat kijken hoe je de norm gaat halen. Hoe kun je samen verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering?”

Tarieven zorg­pres­ta­tie­mo­del

De Leede snapt de discussie over de hoogte van de tarieven die nu volop gevoerd wordt. “De indirecte tijd die zit verdisconteerd in die tarieven is gebaseerd op cijfers in 2017. Maar die indirecte tijd is elk jaar gestegen sinds 2017 omdat de doelgroep veel complexer is geworden. De uitkomst van de politieke discussie is niet nog niet duidelijk. Maar ondertussen zijn er mogelijkheden genoeg om kritisch naar de indirecte tijd te kijken.”

Werkdruk

“Het zorgprestatiemodel is dus een kans, maar als je tegen behandelaren zegt dat je over de processen moet praten in verband met het zorgprestatiemodel, haken ze vaak af. Dan gaan de luiken dicht. Als je uitlegt dat er meer tijd moet overblijven voor zorg omdat we anders met zijn allen het zorginfarct niet aan kunnen, heb je ineens een geïnteresseerd publiek tegenover je. Want dan gaat het over het echte probleem. Ze voelen allemaal elke dag dat de werkdruk te hoog is.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen