Psychiater Rogier Hoenders ziet dagelijks de winst van aandacht voor leefstijl in de ggz. “Ik vind het ontroerend om te zien wat er gebeurt als patiënten stoppen met roken, tien kilo afvallen of gaan hardlopen.”
“Tijdens mijn studie Geneeskunde kwam ik erachter dat de integrale aanpak van gezondheidsproblemen taboe was”, vertelt Hoenders, oprichter van het Centrum voor Integrale Psychiatrie (CIP) in Groningen. “Als ik thema’s als complementaire zorg, leefstijl en spiritualiteit ter sprake bracht, kwamen daar soms afkeurende reacties op, zowel van medestudenten als docenten.”
Toen Hoenders aan de slag ging bij ggz-instelling Lentis, mocht hij in 2007 het Centrum voor Integrale Psychiatrie (CIP) opzetten. “Direct na de start lagen wij regelmatig overhoop met de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Gek genoeg heeft dit ons ook veel gebracht. Het dwong ons ‘het beste jongetje van de klas’ te zijn en onze aanpak zorgvuldig te onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek. Daardoor vond die een steeds bredere ingang.”
Voorbeeldfunctie ggz
Na de aanvankelijke scepsis kwam er geleidelijk aan steeds meer draagvlak en minder kritiek. Hoenders begon ooit met één secretaresse. Nu telt het centrum veertig medewerkers en er zijn er zo’n vijfhonderd patiënten in zorg. In 2020 verwierf het CIP het keurmerk van de Stichting Topklinische GGz.
“Daarmee verstomde de laatste kritiek”, aldus Hoenders. “Ineens vervulden we een voorbeeldfunctie voor de ggz.” In datzelfde jaar werd Hoenders tweede in de verkiezing Leefstijlprofessional van het jaar, een initiatief van de Vereniging Arts en Leefstijl. In 2021 werd hij al gedeelde eerste.
Integrale behandeling
De integrale behandeling in het CIP kent vier onderdelen. Hoenders vat ze samen als: regulier plus, leefstijl, natuurlijke middelen en zorgvuldigheidsadviezen.
‘Regulier plus’ betekent dat er een breed behandelaanbod is voor patiënten. “De laatste twintig jaar zijn veel interventies in de ggz verdwenen. Dat is onder andere het gevolg van bezuinigingen. Drie kwart van de ggz-behandelingen bestaat uit medicatie en cognitieve gedragstherapie. Dat helpt twee derde van de patiënten, maar dus niet iedereen. Wij bieden daarom ook andere behandelingen aan, zoals psychomotorische en creatieve therapie, expressie-, systeem-, muziek- en partnerrelatietherapie.”
Leefstijlprogramma
Leefstijlinterventies vormen de hoeksteen van de behandeling. In principe werkt elke cliënt vanaf de intake aan voeding, beweging en ontspanning. Voor patiënten die méér willen, zijn er intensievere cursussen mindfulness, compassie en yoga.
“Ook in de psychiatrie hangen veel ziektes samen met leefstijlgedragingen. Natuurlijk zijn er ernstige aandoeningen die we niet kunnen behandelen met alleen aanpassingen in leefstijl. Maar de bijdrage die mensen zelf kunnen leveren, is heel lang onderschat en buiten de ggz gebleven.”
“Veel patiënten zijn gemotiveerd om gezonder te gaan leven met goede begeleiding. Ik vind het ontroerend om te zien wat er gebeurt als ze stoppen met roken, tien kilo afvallen of gaan hardlopen. Hun gevoel van eigenwaarde en zelfbeeld groeien. Leefstijlpsychiatrie empowert patiënten. Ik vind het dan ook moreel onjuist om patiënten de mogelijkheid te onthouden zelf hun gezondheid te verbeteren.”
Zingeving
Zingeving is volgens Hoenders het belangrijkste, maar ook het meest vergeten onderdeel van leefstijlinterventie. “Bij de intake vraag ik elke patiënt wat het allerbelangrijkste is. Ik krijg dan de meest uiteenlopende antwoorden, zoals: goed kunnen voetballen, veel geld verdienen, religie, een goed mens zijn, spiritualiteit of de kinderen en kleinkinderen. Op basis van dat antwoord kijken we samen hoe hun leefstijl of behandeldoel daaraan kan bijdragen. Duurzame gedragsverandering is een hele opgave voor de meeste mensen. De kans om daarin te slagen, wordt groter als we de leefstijlinterventie koppelen aan zingeving.”
Ongezonde leefstijl
Onder het motto ‘practice what you preach’ volgen sinds 2017 ook medewerkers van Lentis het leefstijlprogramma. “Veel medewerkers worstelen zelf ook met een ongezonde leefstijl. We hebben stress, slaapproblemen, overgewicht of roken. Wij moeten aan onszelf werken. Als bijkomend effect maakt ons dat effectiever en geloofwaardiger. Ik kan tegen een patiënt zeggen: ‘U heeft een depressie en ik heb in een leerboek gelezen dat mindfulness goed voor u is’. Maar het heeft veel meer impact als ik vertel dat ik zelf aan mindfulness doe en dat het mij veel oplevert.”
Kruiden en vitamines
Hoenders gaat verder: “Twaalf natuurlijke middelen, zoals kruiden, vitamines en voedingssupplementen zijn effectief bij mentale klachten. Toch worden ze in de ggz nog nauwelijks gebruikt bij behandelingen. Wij doen dat wel, al zijn ze niet in elke situatie geschikt of altijd onschuldig.”
Wetenschappelijk onderzoek
Veel patiënten vragen hun reguliere behandelaar om advies over complementaire behandelmethoden als acupunctuur en homeopathie. “Zij krijgen nogal eens te horen dat ze daar niet aan moeten beginnen en dat het ook geen onderwerp van gesprek of advies kan zijn. Patiënten worden dan overgelaten aan de grillen van het internet en mogelijke charlatans. Wij informeren ze liever over de mogelijke voor- en nadelen op basis van wetenschappelijk onderzoek. En hoe ze risico’s kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld: kies een behandelaar die lid is van een landelijke beroepsvereniging, die een professioneel statuut en een klachtenregeling heeft, een dossier bijhoudt en die niet tegen reguliere zorg is.”
Hoenders’ ideeën krijgen bijval op steeds meer plaatsen in Nederland. “Collega’s en andere ggz-centra nemen de integrale methode over. Met het CIP hebben we een lange weg moeten afleggen, maar nu geeft het heel veel voldoening om op deze manier te mogen werken.”