Gaan data wachtlijsten in jeugdzorg oplossen?

Data wachtlijsten
Philip van de Poel
Philip van de Poel
10 november 2022
6 min

Het oplossen van wachtlijsten in de jeugdzorg. Met een Design Challenge braken Amsterdamse jeugdzorgaanbieders zich hier een dag lang het hoofd over.  Een decennia oud probleem laat zich natuurlijk niet in één bijeenkomst wegpoetsen. Maar constateert bestuurder Nellieke de Koning van Levvel: “Data helpt de problemen scherp op het netvlies te krijgen.”

De Design Challenge is een gezamenlijk initiatief van jeugdzorgaanbieder Levvel en ‘dataverbinder’ 6Gorilla’s. Met initiatieven als de Design Challenge breekt 6Gorilla’s naar eigen zeggen ‘muren tussen zorgsystemen én organisaties open’. “Want als we data, dashboards en algoritmes delen met andere zorginstellingen, instituten, universiteiten, leveranciers, zorgprofessionals en data engineers kunnen we samen echt de zorg verbeteren.”

De wil om nieuwe wegen in te slaan, is in Amsterdam merkbaar aanwezig. “Denken vanuit de mogelijkheden van IT om vraag en aanbod beter af te stemmen doen we nog onvoldoende”, erkent directeur Martin Pol van Levvel. “Ik tref hier in ieder geval allemaal mensen die het anders willen”, zegt Suzanne Kruidenberg, werkzaam bij de Jeugdbescherming.

Kloof tussen zorg en IT

Bij alle goede wil is er ook het besef dat er in de praktijk nog een kloof ligt tussen zorg en informatietechnologie. “De technische tools die nu worden aangeboden, zijn vaak te ingewikkeld”, stelt Michael Burghout van iHUB. Om die reden ontwikkelde hij zelf al eens een applicatie om de bureaucratische lasten te verlichten. Voor het bijhouden van wachtlijstgegevens valt hij noodgedwongen terug op -in IT-termen- stokoude software. “Ik doe het nu met een Excel-formulier, dat gaat goed. Maar het zou mooi zijn als je een oplossing hebt waarmee je de verwachte hulpvraag kunt voorspellen.”

Real-time inzicht in hulpvraag, wachttijd en capaciteit binnen de regio, dat is de oplossing die ook 6Gorilla’s voor ogen staat. Daarmee zijn vraag en aanbod veel sneller en beter te matchen. Zodat hulpvragers minder lang op de wachtlijst staan. Een dergelijke oplossing staat echter nog in de kinderschoenen, erkent 6Gorilla’s. Misschien niet zo gek, gezien de lange voorgeschiedenis van het wachtlijstprobleem.

Formeel probleem

Hoe hardnekkig het probleem is, leert de presentatie van ‘wachtlijstdeskundige’ Willem Teunissen. “Herkennen jullie deze foto?”, wil hij van zijn toehoorders weten, terwijl hij een plaatje van een fraai buitenverblijf toont. “Dat is landgoed Den Treek. Daar kwam ik zomaar naast te wonen.” Een passende verblijfplaats voor een wachtlijstdeskundige, want hier maakten zorgaanbieders en zorgverzekeraars in 2005 afspraken over wat aanvaarbare wachttijden zijn.

“Met de Treek-normen werden de wachtlijsten een formeel probleem”, legt Teunissen uit. “Men kon het niet langer ontkennen.” In 2009 deed toenmalig minister van Jeugd en Gezin André Rouvoet er nog een schepje bovenop met de belofte dat geen enkele jeugdige langer dan negen weken zou  moeten wachten. Zonder resultaat, want anno 2022 is het probleem nog net zo urgent als destijds. “We zijn al meer dan veertig jaar bezig om wachtlijsten op te lossen”, besluit Teunissen zijn betoog. “Dus dat gaan we vandaag ook niet doen.”

Over een mogelijke oplossing heeft hij wel ideeën. “We zouden een soort wegenkaart à la Google Maps moeten hebben. Daarop kun je als weggebruiker zien hoe druk het is, waar er file is en welke alternatieve route je kunt volgen. Je wilt net als op de weg live een beeld krijgen. Drie miljoen euro extra voor capaciteit is als een extra rijbaan aanleggen. Die loopt ook weer vol. We moeten een andere route zoeken op bestaande wegen.”

Schaduwlijstjes

Dit vergt natuurlijk overzicht in vraag en eigen capaciteit en daar schort het in de jeugdzorg nog wel eens aan. “Wie durft op te biechten schaduwlijstjes bij te houden?”, vraagt Teunissen. In de zaal klinkt besmuikt gelach. “Wees niet bang om het te benoemen”, moedigt Teunissen aan. “Het is heel normaal. De oplossing begint met het structureren van de wachtrij. Teken hem uit. Als je niet goed registreert, kun je niet goed analyseren en weet je niet wat er met wachtenden gebeurt.”

Teunissens betoog zet de tongen in beweging. Om goed te kunnen registreren, zijn eenduidige definities en herkenbare etiketten nodig. “We weten zelf niet eens wat we leveren”, aldus een deelnemer. “Dus is het lastig om zorgproducten te labelen.” “Kunnen we het eens worden over de vraagt wat nu wat is?”, zegt Burghout. “Daar ligt misschien wel de grootste uitdaging.” “Wat is een wachtende? In welke rij hoort een wachtende thuis? Heb je een goed beeld van je capaciteit?”, verduidelijkt directieadviseur Deborah Knijnenburg van Levvel. “Zolang we het daar niet over eens zijn, hebben we een probleem.”

Funda

Data scientist Anton Kuijer van 6Gorilla’s laat aan de hand van het voorbeeld van Funda zien hoe een mogelijk antwoord er uit zou kunnen zien. “Funda heeft één centrale plek met gegevens over vraag en aanbod in plaats van losse lijstjes. Daardoor kunnen ze ook nieuwe services toevoegen. In de zorg zie je juist weinig nieuwe services.”

De manier waarop Funda vraag en aanbod automatisch matcht, roept bij de aanwezigen zowel enthousiasme als huiver op. “Onder professionals leeft de angst dat de computer leidend wordt”, aldus Knijnenburg. “Er is een gevoel dat mensen uiteindelijk het beste kunnen beslissen.” “Je moet mensen geen oplossingen opdringen waar ze zich niet bij thuis voelen”, waarschuwt Levvel-bestuurder Nellieke de Koning. “Als we naar andere sectoren kijken, zijn er ongetwijfeld verschillen, maar ook parallellen”, zegt Kuijer. “Daar willen we jullie mee prikkelen.”

Menselijke factor

Met de nieuw verworven inzichten gaan de deelnemers aan de Design Challenge de tweede helft van de middag teamsgewijs de solutions fase in. Als twee uur later de oplossingen worden gepresenteerd, valt op dat in de meeste designs de menselijke factor een prominente plek heeft gekregen. Digitaal registreren graag, maar dan wel ‘met ondersteuning van een gebiedsmakelaar’ of via ‘een menselijk filter’. Die nadruk op het menselijke aspect ziet diep ingebakken in de jeugdhulp. “Zorgverleners durven niet los te laten”, aldus een deelnemer aan de Design Challenge.

Toch is data niet meer weg te denken uit de jeugdzorg, gelooft  De Koning. Als voorbeeld noemt ze het DREAMS samenwerkingsverband tussen de vier academische instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. “Dankzij DREAMS hebben we via identieke vragenlijsten zicht op grote groepen jeugdigen. Dat is internationaal gezien uniek.”

Door uitkomsten te combineren en rubriceren heeft de jeugdhulp volgens De Koning beter zicht gekregen op de aard en ernst van problemen onder jeugdigen. De Koning: “Uit DREAMS komt naar voren dat 20 procent van de jeugdigen tijdens corona suïcidale gedachten heeft ontwikkeld.”

Dergelijke inzichten dwingen de jeugdzorg scherp na te denken over het eigen taakgebied, gelooft De Koning. “Die 20 procent kan niet allemaal in zorg”, aldus De Koning. “Maar of het nu een vechtscheiding is of criminaliteit, er wordt toch altijd naar de jeugdzorg gekeken. Bij Levvel heeft meer dan de helft van de kinderen minder dan een uur beweging per dag. Met data komen dat soort inzichten heel scherp op het netvlies. Als je weet welke patronen een rol spelen, kun je ook beter zien welke hulp het beste past.” Om haar punt te onderstrepen haalt De Koning een Afrikaans gezegde aan: “It takes a village to raise a child.” Misschien nog geen digital village is, maar hybride toch zeker.

Er gaat nog een vervolggesprek plaatsvinden waarna volgens het Design Thinking Process een prototype van een oplossing wordt getest. Die wordt beschikbaar in de regio Amsterdam en later voor de Jeugdhulp in heel Nederland.

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen