‘Seks blijft taboe in ouderenzorg’

Seks ouderenzorg
Saskia Engbers
03 november 2022
4 min

De cliënt die tijdens het wassen een erectie krijgt. De cliënt met dementie die seksueel ontremd gedrag vertoont. Of de mevrouw die simpelweg even wil knuffelen. Hoe ga je om met intimiteit en seksualiteit in de ouderenzorg?

Hoewel de aandacht voor het onderwerp toeneemt, rust er volgens Ymke Kelders, programmamedewerker Seksualiteit & Zorg bij Rutgers, nog steeds een taboe op praten over seks en intimiteit in de ouderenzorg. “Bovendien bestaat de wijdverbreide aanname dat de behoefte aan seks en intimiteit verdwijnt als je oud bent. Terwijl dat beslist niet waar is: die behoefte is niet leeftijdsgebonden en houdt ook niet op bij de verpleeghuisdeur.”

Kennis over het onderwerp

“En dat merken zorgmedewerkers”, aldus Noëlle Sant, kennismanager bij Vilans. “Ze weten alleen niet hoe ze daarmee om moeten gaan en zijn hard op zoek naar kennis over het onderwerp. Als iemand een erectie krijgt bij het wassen, reageert elke zorgmedewerker daar verschillend op. De eerste loopt weg, de tweede zegt dat hij een viezerik is en de derde doet alsof er niets aan de hand is. Op zo’n moment is het heel fijn is als er een beleid is. Hoe gaan we hier als zorgmedewerkers in onze organisatie mee om?”

Gebrek aan intimiteit

“Sommige ouderen raken gefrustreerd door een gebrek aan intimiteit en seksualiteit”, zegt Kelders. “Daardoor kunnen ze seksueel overschrijdend gedrag gaan vertonen.”

“Dat is vaak de aanleiding om iets met dit thema te gaan doen,” aldus Sant. “Maar er zijn ook veel ouderen die behoefte hebben aan ‘gewoon’ menselijk contact, warmte en aandacht. Vergeet niet dat velen alleen nog functioneel worden aangeraakt. Je ziet mensen daardoor wegkwijnen. Simpelweg even hand in hand met iemand zitten, kan al zoveel goeds doen!”

Behoeftenonderzoek

Kelders en Sant zijn projectleiders van het vijfjarige SIVIL-project, dat in 2017 met subsidie van ZonMw startte. Sant: “In de eerste fase van het project hebben we een behoeftenonderzoek uitgevoerd. Wat hebben zorgorganisaties en -opleidingen nodig om aandacht te kunnen geven aan intimiteit en seksualiteit? Op basis van de uitkomsten hebben we instrumenten en producten ontwikkeld.”

Het gaat onder meer om een e-learning, beleidsraad, video’s en een brochure die te gebruiken is als gespreksstarter bij de intake. Maar er is ook een doosje met kaartjes waarop stellingen staan. Bijvoorbeeld: als een bewoner nog een partner thuis heeft, kun je niet tolereren dat hij of zij een relatie aangaat met een andere bewoner. “Collega’s in een team weten vaak niet van elkaar hoe ze over intimiteit en seksualiteit in de ouderenzorg denken”, licht Sant toe. “Aan de hand van de stellingen kunnen ze daar op een laagdrempelige manier met elkaar over praten.”

In de tweede fase van het SIVIL zijn de instrumenten en producten op maat geïmplementeerd in 36 zorgorganisaties.

Persoonsgerichte zorg

Aandacht voor intimiteit en seksualiteit is de lakmoesproef voor persoonsgerichte zorg, vindt Sant. “Seksualiteit gaat ook over gender. Of je een man, vrouw, geen van twee of allebei bent. En op wie je valt: op mannen, vrouwen, op allebei of geen van beiden. Het is een wezenskenmerk. Als je hier met ouderen over praat, geef je ze het gevoel dat ze gekend worden. Dat ze mogen zijn wie ze zijn, mét hun genderkenmerken en behoeften.”

Keuzedeel mbo

Opleidingen hebben momenteel nog geen structurele aandacht voor intimiteit en seksualiteit in de ouderenzorg. Kelders: “Daar willen we verandering in brengen. Want je nu ziet, is dat studenten zich tijdens hun stage ineens tot het onderwerp moeten verhouden.” “Dan kom je als stagiaire op een afdeling en word je plotseling door iemand betast”, geeft Sant als voorbeeld. “Daar kun je van schrikken, vooral als je niet geleerd hebt hoe je daarmee om moet gaan. Samen met Mieke Hollander werken we nu aan een keuzedeel over intimiteit en seksualiteit voor het mbo.”

Toekomstbestendig

Eind 2022 loopt het SIVIL-project af. Kelders: “We willen kijken hoe we de aandacht voor intimiteit en seksualiteit toekomstbestendig kunnen maken en in organisaties en opleidingen kunnen verankeren. De interactie tussen verschillende organisaties is een waardevol middel om contact te houden en van elkaar te leren.”

Steun van organisatie

Eén ding is volgens Kelders duidelijk: “Je komt er niet met alleen enthousiaste zorgmedewerkers die met het onderwerp aan de slag willen. Zij hebben steun nodig van de organisatie, bijvoorbeeld in de vorm van tijd en geld voor bijscholing. Zorgmanagers hebben de verantwoordelijkheid om in dit onderwerp te investeren. Zelf hebben ze ook behoefte aan knuffels, intimiteit en seks. Voor de mensen die bij hen in zorg zijn, is dat niet anders.”

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen